Het gaat slecht met de insecten en dat vind ik erg. Niet alleen zijn insecten fascinerend, ze vormen een heel belangrijke schakel in de kringloop van het leven. Ze zorgen voor een gezonde bodem zodat planten en bomen kunnen groeien, ze bestuiven bloemen en ze vormen het voedsel voor talloze andere soorten dieren. Wanneer de insecten verdwijnen hebben we een enorm probleem. Niemand weet nog precies hoe rampzalig dat probleem is, maar ik weet wel zeker dat ik het niet wil meemaken en dat ik het mijn en jullie kinderen niet wil aandoen. Daarom organiseerde ik, samen met Natuurmonumenten, een informatiebijeenkomst over insectensterfte.
De bijeenkomst was, gelukkig, drukbezocht. De presentatie van een onderzoeker van de Radboud Universiteit maakte veel indruk. Na Duits onderzoek, waarbij een afname van 75% van vliegende insecten in 27 jaar werd gevonden, deden wetenschappers van de Radboud Universiteit en het Kenniscentrum Insecten onderzoek in twee natuurgebieden. Ze constateerden dat het aantal nachtvlinders daar in twintig jaar met 54 procent is afgenomen en het aantal loopkevers met 72 procent. Alhoewel het gaat over beperkte data in een beperkt aantal gebieden, schetsen deze uitkomsten wel een duidelijk beeld. Ook met de insecten in Nederland is het dramatisch gesteld.
Wat de onderzoekers alleen niet hebben kunnen vaststellen is de oorzaak van de achteruitgang.
Voor mij is dat geen reden om op onze handen te gaan zitten. We kunnen veel doen waarvan we nu al weten dat het goed is voor insecten, zoals ecologisch berm- en groenbeheer, het beperken van het gebruik van insecticiden, het zaaien van inheemse kruidenrijke zaadmengsels, goed maaibeheer en bloemrijke akkerranden. Op sommige plekken, zoals in de gemeente Zwolle, worden al goede stappen gezet. Laten we dit zo snel mogelijk uitbouwen. Daarnaast is meer informatie nodig: we moeten zo snel mogelijk precies weten waarom het zo slecht gaat met onze insecten. Laat de onderzoekers hun belangrijke werk doen, we moeten weten hoe we het tij kunnen keren.
Als we echt iets aan de insectensterfte willen doen, moeten we dat bovendien samen doen: onderzoekers, overheid, boeren, natuurbeschermers en inwoners. Ieder voor zich gaan we het niet redden, daarvoor is het probleem te groot en te complex. We moeten bereid zijn uit te zoomen, boven ons eigen deelbelang uitstijgen en samenwerken. Ik had het gevoel dat dit op de bijeenkomst door alle partners aan tafel gedeeld werd. Dat stemt mij hoopvol. Het is een mooi begin, maar daarmee zijn we er natuurlijk niet. Ik ga op zoek naar de kansen voor concrete acties om het leefgebied van insecten te verbeteren en meer kennis te ontwikkelen. Ik hoop u op mijn zoektocht tegen te komen en hierin op uw medewerking te kunnen rekenen.