De afgelopen tijd is de rechtspraak volop in het nieuws geweest. Meer of minder ingrijpende uitspraken over de Programmatische Aanpak Stikstof en het klimaatbeleid (Urgenda-arrest), maar ook in onze provincie is bijvoorbeeld succesvol bezwaar gemaakt tegen een (inmiddels verlopen) vergunning voor afschot van ganzen in en om Natura 2000-gebieden. Sindsdien heb ik een hoop kritiek gelezen op de rechtspraak. Dat deze bijvoorbeeld op de stoel van de politiek is gaan zitten en daarmee ondemocratisch te werk gaat. In het buitenland gaat zulke kritiek nog verder. Daar willen regerende politici onafhankelijke rechters ontslaan en vervangen door minder kritische vakgenoten. Een griezelige ontwikkeling die ik in Nederland nooit mee hoop te maken. Rechters mogen geen verlengstuk van de op dat moment zittende regering zijn.
Inmiddels ben ik zelf al weer een tijdje politicus en moet ik in het belang van de inwoners van Overijssel besluiten of ik voorstellen, amendementen en moties al dan niet steun. Dit doe ik vooral op inhoudelijke en ideologische gronden en ik vermoed dat dat voor mijn collega’s in de Statenzaal ook geldt. En als het om een eigen motie of amendement gaat speelt gezonde persoonlijke politieke ambitie en eergevoel natuurlijk ook een rol.
Tegelijkertijd heeft elk bestuursorgaan zich aan bepaalde wetten en verdragen te houden. Om te toetsen of overheden zich daar daadwerkelijk aan houden moet je een deskundige en onafhankelijke jurist zijn. Een door de meerderheid van de wetgevende macht genomen besluit is namelijk niet automatisch een goed besluit.
Wat de recente uitspraken in Nederland wat mij betreft vooral aantonen is dat we er als openbaar bestuur een schepje bovenop moeten doen om echt goede wetten en beleid te maken die zowel in de praktijk als in de rechtbank overeind blijven. Ik zie de uitspraken van de rechters vooral als de wijze lessen die we vroeger van onze ouders, leraren, trainers etc. hebben ontvangen: op dat moment wellicht vervelend en confronterend, maar op de langere termijn heel waardevol en onmisbaar voor onze ontwikkeling. En laten we ze vooral niet zien als verstoorders van ons politieke feestje…