Provincie en rijk schuiven gezondheidsrisico’s geitenfokkerijen op elkaar af
De provincie en het rijk schuiven de verantwoordelijkheid voor de gezondheidsrisico’s van geitenfokkerijen op elkaar af. “We worden van het kastje naar de muur gestuurd,” zegt PvdA-Statenlid Annemieke Wissink. “De gedeputeerde en de minister hebben de mond vol van het belang van de volksgezondheid, maar niemand neemt verantwoordelijkheid. En ondertussen blijven de risico’s voor de volksgezondheid bestaan.”
Risico op longontsteking
Omwonenden van geitenhouderijen lopen verhoogd risico op longontsteking, blijkt uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. De oorzaak is nog onduidelijk. PvdA en de Partij voor de Dieren dienden daarom op 27 september een voorstel in om Overijsselse geitenhouderijen niet te laten uitbreiden tot de bron van de ziekte gevonden is. Gedeputeerde Hester Maij keerde zich tegen dat voorstel. Volgens haar kan de provincie vergunningverlening niet stop zetten. “Het rijk heeft niet aangegeven dat er een stop moet komen. Wij kunnen alleen [een geitenstop instellen] als we daar hele goede argumentatie voor hebben.”
Dat staat haaks op uitspraken die minister Kamp op 13 september deed. In een debat over misstanden in de bokkenmesterij zei de minister dat “we hebben gezien dat zowel in Brabant als in Gelderland door de provinciale overheden een stop is afgekondigd. Ik denk dat dat op dit moment de aangewezen weg is.”
Zwarte piet
“Het rijk en de provincie spelen elkaar de zwarte piet toe,” vindt Wissink. “Gelderland en Brabant hebben al een geitenstop ingevoerd. Overijssel is de derde geitenprovincie van Nederland. Het geeft geen pas om op onze handen te zitten en naar elkaar te blijven kijken. We moeten nú verantwoordelijkheid nemen voor de gezondheid van onze inwoners.”