Lodewijk Asscher bezoekt bibliotheken Almelo en Enschede

Lodewijk Asscher bezocht gisteren de bibliotheken van Enschede en Almelo om te praten over ons PvdA-plan tegen laaggeletterdheid.

De strijd tegen laaggeletterdheid is belangrijk. Lezen is een noodzakelijke vaardigheid om mee te kunnen doen aan de samenleving. Mensen die niet goed kunnen lezen lopen tegen een heleboel problemen aan. Denk aan solliciteren. Een bijsluiter lezen. Geldzaken bijhouden. Of hun kind voorlezen.

In Overijssel zijn zo’n 180 duizend mensen laaggeletterd. Uit onderzoek blijkt dat in Enschede zelfs bijna een kwart van de bevolking slecht leest en schrijft. De drempel om hulp te zoeken is vaak hoog. En kinderen van laaggeletterde ouders beginnen met een achterstand die het moeilijk maakt om mee te komen. De strijd tegen laaggeletterdheid is een collectieve verantwoordelijkheid.

Tijd voor actie

Hoog tijd dus voor actie. Lodewijk sprak in Almelo en Enschede met ervaringsdeskundigen die weten wat het is om niet goed met taal overweg te kunnen. Ook bezocht hij de Bonifatiusschool. Die basisschool besteedt extra aandacht aan taalonderwijs, bijvoorbeeld met een ‘bieb op school’. Zo kunnen kinderen snel en eenvoudig boeken lezen. De bieb op school is een initiatief is van de bibliotheek en het onderwijs. Lodewijk opende de schoolbibliotheek door symbolisch pasjes uit te reiken aan de leerlingen. Daarna las hij voor in groep acht.

Verkiezingsprogramma

Dit is wat het verkiezingsprogramma van de Partij van de Arbeid zegt over laaggeletterdheid:

“Anno 2020 zijn meer dan twee miljoen mensen in ons welvarende land officieel laaggeletterd en een kwart van de vijftienjarigen kan niet voldoende lezen en schrijven. Met een groot offensief tegen laaggeletterdheid zorgen we dat iedereen kan meedoen in een steeds meer digitale informatiesamenleving. Scholen krijgen de middelen om voor een breed aanbod van boeken te zorgen, zodat zij een schoolbibliotheek kunnen inrichten. Ook komen er meer betaalbare en laagdrempelige taallessen voor volwassenen.”