Door op 29 mei 2017

Lees maar, er staat niet wat er staat

“Lees maar, er staat niet wat er staat”, is een dichtregel van één van onze grootste dichters: Martinus Nijhoff. Op mijn HBS was het verplichte kost. De interpretatie was dat er achter de geschreven regels een andere betekenis schuilt dan we op het eerste gezicht zouden denken.

Eigenlijk is de provinciale jaarrekening een saai stuk. Vele pagina’s moeten we doorploegen om onze controlerende taak gestand te doen. En wat staat er nu eigenlijk? Op onze fractievergadering constateren we dat er sprake is van een ronkende tekst over hoe goed het allemaal gaat. Inmiddels is de stand van de weidevogels desastreus. En er komen er wel banen bij, maar komt dat nu door het door de provincie gevoerde beleid? Hebben we wel zicht op de werkelijke participatie?

De rekenkamer presenteerde een tijdje geleden een instrument, de zogenaamde Duisenberg-methode, die het mogelijk maakt grote financiële rapporten handzaam te lijf te gaan, waardoor het toch mogelijk is een afgewogen oordeel te vellen. Twee vrijwilligers, een Statenlid van D66 en een Statenlid van ons, boden zich aan om via die methode onze jaarrekening door te akkeren. Het onderdeel Landbouw en Natuur werd aan een onderzoek onderworpen, met een desastreus vonnis. Eigenlijk was op basis van de aangeleverde jaarrekening geen mening te vormen of er doelmatig en rechtmatig met provinciaal geld is omgegaan.

Deze twee zaken, ons “rare” gevoel bij het lezen van het jaarverslag en de bevindingen van onze collega-Statenleden, brachten ons er toe om eens twee opvolgende jaarverslagen naast elkaar te zetten. Onthutsend. Veelal blijven doelen van beleid gelijk maar zijn de daaraan gekoppelde indicatoren – de manieren waarop het effect van beleid wordt gemeten – gewijzigd. Vijf indicatoren die in het vorig jaar ‘rood’ scoorden zijn nu vervangen door andere indicatoren en scoren nu groen. En zo zijn er meer mankementen aan te wijzen. Een monnikenwerk om uit te zoeken, waarbij onze fractiemedewerker overuren draait. Tevreden over het resultaat betoogt onze fractievoorzitter onbevreesd zijn inbreng over het jaarverslag. Hij daagt de collega’s uit er iets van te vinden.

Hoe teleurstellend dat de coalitie op een dergelijk moment persisteert in hun visie dat het een prachtig jaarverslag is en dat er prachtige resultaten zijn geboekt. Gewend aan het blijmoedige gevoel in de coalitie over hun bestuur en beleid volg ik toch wel enigszins ontzet hun laconieke reactie op de gepresenteerde verschillen. Onze motie om in de toekomst indicatoren niet te wijzigen waardoor prestaties beter gevolgd kunnen worden, krijgt geen meerderheid.

Op zo’n moment zou je willen schreeuwen naar je collega’s: “Lees toch, er staat niet wat er staat”, maar in plaats daarvan gaan we moe en deze keer onverrichter zake naar huis, meer dan ooit vastbesloten om het ongeschrevene publiek te maken.