Huizen die verzakken, bewoners die in financieel zwaar weer raken en een provinciale schaderegeling die ruimhartig is, maar ook piept en knarst in de uitvoering. De problemen rond Kanaal Almelo – De Haandrik zijn jammer genoeg nog niet de wereld uit. Op 1 september presenteerde Mona Keijzer haar rapport over het kanaal. Wat is de stand van zaken nu? En wat wil de PvdA? Ons Statenlid Peter Hermans zet het voor je op een rij.
Wat is er ook alweer aan de hand langs het kanaal?
Het kanaal is vanaf 2011 in opdracht van de provincie Overijssel uitgediept en voor een groot deel van nieuwe damwanden voorzien. In de periode daarna ontstond schade aan huizen en bedrijven. Soms werden woningen zelfs onbewoonbaar. Onderzoeken naar de oorzaak hebben laten zien dat de werkzaamheden aan het kanaal hebben geleid tot schades. Maar ook dat andere oorzaken, waaronder verdroging en inklinking van veen, hieraan hebben bijgedragen.
De provincie heeft haar verantwoordelijkheid genomen en een regeling voor schadevergoeding gemaakt. In eerste instantie waren de bewoners hier tevreden over, maar de procedures van de regeling blijken in de praktijk ingewikkeld. Hierdoor ontstond wantrouwen richting de provincie, maar ook tussen bewoners onderling, en ontstond een impasse.
Om die te doorbreken hebben de provinciale staten in april Mona Keijzer aangesteld als bemiddelaar. Onze opdracht aan haar was om zich een beeld te vormen van de situatie en om aanbevelingen te geven gericht op herstel van vertrouwen in de provincie, op de manier waarop schades snel kunnen worden hersteld of gecompenseerd en hoe samenwerking het vertrouwen kan vergroten. De bemiddelaar heeft op 1 september haar rapport gepresenteerd.
Wat staat in het rapport van Mona Keijzer?
Het rapport heeft de titel ‘Wat rechtmatig is, is niet altijd ook rechtvaardig’. Die titel omvat in grote lijnen de conclusies van de bemiddelaar. In essentie: de problemen die het gebied ervaart zijn echt en groot. De regeling die de provincie heeft om schades te herstellen of te compenseren is ruimer dan waar ze juridisch toe verplicht is. De regeling is daarmee meer dan rechtmatig. Het wringt vooral in de uitvoering van de regeling, waardoor die door de bewoners niet als rechtvaardig wordt ervaren: ze hebben ervaren dat moeilijk wordt gedaan over kleine verzoeken. Ze hebben soms tegenwerking ervaren. De schadeafhandeling duurde lang en was ingewikkeld. Er zijn fouten gemaakt, en soms kwamen mensen (financieel) klem te zitten.
De pijn zat dus vooral in de uitvoering van de regeling. De kern van de aanbeveling voor de afhandeling van de schades bestaat uit drie delen:
- Maak de uitvoering van de regeling menselijker, makkelijker en milder;
2. Richt een buitendienst op met een bestuurlijk kopstuk om de dossiers af te handelen, en
3. Zorg voor maatwerk in uitzonderlijke situaties.
Daarnaast zijn er aanbevelingen voor toekomstige werkzaamheden en voor de ontwikkeling van een toekomstperspectief in bredere zin.
Wat doet de provincie nu?
Op 20 september hebben de provinciale staten over het rapport gesproken, en vooral ook veel vragen gesteld aan het college van gedeputeerde staten. In zijn algemeen is er veel steun voor de aanbevelingen van de bemiddelaar, maar worden er ook wel vragen gesteld. Alle partijen willen een versnelling van de schadeafhandeling. Voor deze afhandeling is het college van GS verantwoordelijk. Dit college onderkent dat de uitvoering niet altijd goed is verlopen. Zij bekijken serieus hoe de aanbevelingen kunnen worden ingezet in concrete acties.
Wat wil de PvdA?
De PvdA vindt het goed dat de provincie een schaderegeling heeft getroffen. Wij willen dat de uitvoering van de regeling ook echt menselijker, makkelijker en milder wordt. Dat hierdoor sneller tot een goede schadeafhandeling kan worden gekomen heeft onze hoogste prioriteit. Als hierdoor het vertrouwen in de provincie kan worden vergroot, is dat mooi meegenomen.
De PvdA heeft erop gewezen dat provinciale staten in 2021 eigenlijk al alle ruimte hebben gegeven aan GS om de regeling makkelijk, menselijk en mild uit te voeren. Daarom is het volgens ons niet nodig om opnieuw kaders vast te stellen en kan – en moet! – GS aan de slag met vooral de eerste en de derde aanbeveling. Voor het overnemen van aanbeveling 2 willen wij eerst van GS weten of dat uitvoerbaar is. Wij hebben de bemiddelaar gevraagd of zij ook andere modellen overwogen had. Dat is niet het geval. Ook was er geen echte onderbouwing voor deze organisatievorm. Wat ons betreft kiest GS een vorm die maximaal bijdraagt aan snelle schadeafhandeling.
Wat is de volgende stap en wanneer nemen we die?
De PvdA en ook andere partijen hebben aangedrongen op doorpakken. Het college belooft om vaart te maken. Op 1 november presenteren zij aan provinciale staten de tussenstand: wat gaan we doen en wanneer om de schade menselijker, makkelijker en milder te maken. Voor het einde van het jaar moet dit definitief worden. Waarbij wat ons betreft maximaal wordt doorgepakt.