Door op 28 mei 2014

Voornemen tot afschot ganzen in de winter is onbegrijpelijk

“Onbegrijpelijk” vindt de PvdA het dat Overijssel als enige Nederlandse provincie de jacht op ganzen in de winterperiode tussen 1 november en 1 maart wil gaan toestaan. Dat voornemen staat in het op 26 mei ter inzage gelegde faunabeheerplan van de provincie. 

Net als in andere provincies speelt in Overijssel de discussie over hoe met grazende- en trekganzen moet worden omgegaan. In 2012 is een landelijk Ganzenakkoord gesloten met de provincies en zeven maatschappelijke organisaties. Daarin zijn afspraken gemaakt over beheersing van de ganzenpopulatie in de zomer en wordt de rust van overwinterende ganzen gegarandeerd.

Het nieuwe Overijsselse faunabeheerplan wijkt af van dit convenant. “Dat is des te onbegrijpelijker gezien de toezegging die gedeputeerde Maij deed in de commissievergadering van 21 mei,” zegt PvdA-Statenlid Anneke Beukers. “Toen is ons toegezegd dat de provincie van zins was zoveel mogelijk bij de tekst uit het Ganzenakkoord te blijven. Daarvan blijkt nu geen sprake te zijn. Met dit voornemen slaat Overijssel nationaal en internationaal een slecht figuur.”

Onder meer Vogelbescherming Nederland, Natuurmonumenten en Landschap Overijssel hebben met ontzetting gereageerd op het faunabeheerplan van Gedeputeerde Staten. Beukers: “Om überhaupt uitvoerbaar te zijn moet zo’n plan breed door de Overijsselse samenleving gedragen worden. Dat gaat voor dit voorstel niet op. Dat is betreurenswaardig want het huidige plan loopt eind augustus van dit jaar af. Er moet dus vaart gemaakt worden met de invoering van een nieuw Overijssels faunabeheerplan.”

De PvdA is van mening dat Gedeputeerde Staten het nu ter inzage liggende Faunabeheerplan moet intrekken. Gedeputeerde Maij moet zo snel mogelijk om tafel met de maatschappelijke partners om tot een gezamenlijke en voor iedereen aanvaardbare oplossing van de ganzenproblematiek te komen. Daarbij moet wat de PvdA betreft beter gekeken worden naar de nationale en internationale verantwoordelijkheid van de provincie op het gebied van faunabeheer, en moet dichter bij de tekst van het Ganzenakkoord gebleven worden.