Overijssel is pas af als iedereen volwaardig mee kan doen

21 oktober 2020

We zijn het allemaal met elkaar eens dat iedereen in Overijssel mee moet kunnen doen, ongeacht wie je bent of wat je kunt.

Het is niet voor iedereen even vanzelfsprekend dat ze mee kunnen doen. Ook in onze provincie wonen veel mensen met een beperking. Ze zijn slechtziend, blind of doof, hebben een lichamelijke of verstandelijke beperking, ze leven met psychische problemen of zijn laaggeletterd. Ook voor al die mensen moet onze provincie toegankelijk zijn. Ook zij moeten mee kunnen doen.

Wat mij betreft is meedoen dan ook iets waar we ons over de volle breedte voor in moeten zetten. Toegankelijkheid betekent dat er op een begrijpelijke manier met je gecommuniceerd wordt. Dat er geen belemmeringen zijn als je een afspraak wilt maken via de provinciale website. Dat je overal kunt komen, ook als je in een rolstoel zit. Er kunnen zijn. Gezien worden. Mee kunnen doen.

Vorige week sprak ik in een sessie met experts en ervaringsdeskundige over wat een toegankelijke provincie is en wat het voor mensen betekent als zij ergens belemmeringen ervaren. En dan kom je erachter dat het vaak al in de kleinste details zit, waar je zelf niet bij stilstaat als je zelf geen beperking hebt. De experts hebben ons hierin veel wijzer gemaakt. Want om te weten wat er beter moet, moet je eerst weten wat er beter kan.

In Overijssel doen we natuurlijk al veel om het toegankelijk te maken voor iedereen. Neem nou bijvoorbeeld evenementen waaraan iedereen kan deelnemen, openbare toiletten die voor iedereen toegankelijk zijn en speciaal aangelegde voetpaden voor mensen die slechtziend zijn. Maar we hebben nog veel stappen in de goede richting te zetten om van Overijssel een toegankelijke provincie te maken waaraan iedereen volwaardig mee kan doen. Hier ga ik me de komende tijd zeker voor in zetten.