Als er brand is, dan moet je blussen. En als er een pandemie is, dan doe je wat je kunt. Ik vind het prachtig om te zien hoe hard er gewerkt wordt. In ziekenhuizen, scholen, het openbaar vervoer en in de supermarkten. Overal werken mensen met cruciale beroepen door, terwijl de rest van Nederland alle zeilen bijzet om er thuis het beste van te maken.
Ik ben onder de indruk van de veerkracht van onze samenleving. Van de solidariteit. Even boodschappen halen voor oudere mensen die nu beter binnen kunnen blijven. Meer lokale producten kopen om de ondernemers in de buurt te steunen. Het omzien naar elkaar. Iedereen probeert er in deze periode het beste van te maken.
Natuurlijk zitten ook de overheden niet stil. Gemeenten, rijk en de provincies proberen zo goed mogelijk te ondersteunen. En als provincie ga je dan op zoek naar de meest waardevolle bijdrage. Die is niet per se financieel. Want laten we wel zijn, als je ziet dat het Rijk het ‘garantiefonds’ van 400 miljoen even naar 1,5 miljard euro opschroeft, dan wordt het nut van een goed bedoeld provinciaal noodfonds van een paar miljoen wel gerelativeerd.
Wat kan een provincie dan wél doen? Nou best wel wat. Om te beginnen hebben we in beeld gebracht wat de impact is van de crisis op de arbeidsmarkt: https://arbeidsmarktinzicht.nl/coronamonitor Een ‘monitor’ met de feiten op een rijtje. Hoeveel mensen werken er in de cruciale beroepen? Wat is de impact van op onze economie en werkgelegenheid?
Maar we hebben ook gekeken naar de behoefte die er nu is. Wat blijkt? Veel bedrijven, werknemers, organisaties zoeken houvast en hopen dat zoveel mogelijk dingen toch doorgaan. Daarom hebben wij als provincie besloten om te werken met het adagium doorgaan wat kan, aanpassen waar het moet. We voeren dus een soort ‘ja, tenzij-beleid’.
Dat betekent dat we bijvoorbeeld instellingen en evenementen toch ondersteunen, ook al zijn de deuren dicht of gaat een activiteit niet door. Het betekent dat we wél blijven komen met investeringen in de landbouw en de natuur. Dat we bedrijven blijven stimuleren als ze bijvoorbeeld willen verduurzamen of gaan investeren in ‘circulair produceren’.
Want als er iets is dat helpt, dan is stevig investeren op de momenten dat het niet vanzelf gebeurt. Juist dan is de meerwaarde van ons als overheid, als provincie het grootst.
Ik vertrouw op de veerkracht, het omzien en de solidariteit. Ondanks alle tegenslagen zie ik de toekomst met vertrouwen tegemoet.