(Foto in in de kop: Van der Laan Fotografeert)
Net als klootschieten, midwinterhoornblazen en bakleverworst horen houtwallen bij Twente. Ze vertellen ons waar we vandaan komen. Ze maken dat we ons thuis voelen. Ze zijn van grote waarde voor onze natuur. En toch zijn we er niet zuinig op. De afgelopen jaren verdwijnen de houtwallen en bosjes in rap tempo uit Twente. Als we dit niet stoppen wordt ons landschap steeds kaler. We verliezen de leuke doorkijkjes en daarmee de schoonheid van ons herkenbare Twentse landschap.
Vroeger hadden houtwallen en bosjes een duidelijke functie. Ze dienden om het vee op het land te houden. En de boer had niet alleen gras- en akkerland nodig, maar ook hout voor de oven en voor de bouw. Deze functies spelen, zeker sinds de komst van het prikkeldraad, geen rol van betekenis meer. De landschapselementen hebben hun oorspronkelijke doel verloren, maar niet hun grote waarde. De PvdA Overijssel maakt zich grote zorgen om het verdwijnen van houtwallen en andere landschapselementen, zoals houtsingels, hagen, hakhoutbosje en greppels. Wij willen ons prachtige landschap beschermen en herstellen en daarmee bewaren voor volgende generaties.
Ons kleinschalig landschap is een belangrijk onderdeel van onze cultuur en identiteit. Daarnaast hebben houtwallen een grote ecologische waarde. Ze vormen een schuilplek en verbindingszone voor veel planten en dieren. Daarnaast leveren ze veel voedsel voor dieren, met name vogels. Goede redenen dus om zuinig om te gaan met ons landschap. Ze laten zich alleen slecht in euro’s uitdrukken, je verdient er geen geld mee. Alhoewel, de toeristische sector weet ons unieke landschap wel op waarde te schatten en trekt door hier expliciet mee te adverteren jaarlijks vele duizenden toeristen naar Twente. Dat is een belangrijke pijler van onze economie en werkgelegenheid.
De oorzaken van het verdwijnen van de houtwallen zijn bekend. Door schaalvergroting in de landbouw zijn houtwallen lastig geworden. Grote open percelen zijn veel efficiënter om te bewerken. Het scheelt het talloze keren draaien en steken per jaar. Ook werpen bomen schaduw waar een boer niet op zit te wachten. En dan is er nog de perverse prikkel in het Europees beleid: houtwallen zorgen dat je minder mest op je land mag uitrijden en minder subsidie krijgt. Hierdoor wordt een houtwal of bosje ineens wel erg kostbaar, terwijl er nauwelijks tot geen opbrengsten tegenover staan. Er zijn wel subsidies, maar die dekken de kosten niet. De boer heeft dus verlies en nauwelijks compensatie, dan is het logisch dat veel boeren de houtwallen liever kwijt dan rijk zijn.
Maar het gaat niet alleen om geld. Om het landschap goed te onderhouden moet er ook kennis van en liefde voor dat landschap zijn. Niet alleen bij de grondeigenaren, maar ook bij overheden. Helaas zien we dat veel overheden hun verantwoordelijkheid niet nemen. De provincie dient zorg te dragen voor ruimtelijke kwaliteit en daarmee dus ook voor onze kwetsbare cultuurlandschappen. Gemeenten hebben de verplichting te handhaven op grond van de kapverordening, maar geven het weinig of geen prioriteit. Het beroep dat wordt gedaan op eigen verantwoordelijkheid en zelfregulering blijkt zoals zo vaak niet afdoende. En het systeem waarbij anderen melding moeten doen van illegale kap werkt niet. Veel mensen willen, begrijpelijk, hun buren niet aangeven.
Gelukkig kunnen we er wel wat aan doen. Maar dan zullen we het samen moeten doen, met landeigenaren, natuurorganisaties, overheid en inwoners. Het is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Allereerst is het belangrijk dat we in kaart brengen welke landschapselementen er nog zijn, en dat we dat ook bijhouden. Pas als je weet wat je hebt, kan je er zorgvuldig mee omgaan. Dit vinden we een rol van de provincie, samen met het kadaster. Daarnaast moeten perverse prikkels verdwijnen. Daarvoor moeten we lobbyen in Den Haag en Brussel. Natuurorganisaties kunnen boeren helpen met kennis over het beheer en onderhoud. Eigenaren moeten zich verantwoordelijk gedragen. En de gemeentes en de provincie moet zorgen voor adequate vergoedingen en goede handhaving. Belangrijk is hierbij te zorgen voor langetermijnbeleid en –financiering. Vooral het zoeken naar voldoende financiën vereist een creatief, toegewijd en betrouwbaar provinciaal bestuur. Er zijn ook voldoende nieuwe kansen. De aanleg van windparken en zonnevelden verandert ons landschap en we kunnen initiatiefnemers vragen een bijdrage te leveren aan landschapsbeheer. Bij de aanleg van infrastructuur, woonwijken en bedrijventerreinen houden we al rekening met het landschap, maar dat kan beter.
We kunnen ons prachtige landschap behouden, als we dat willen en daar samen voor kiezen. Wij vinden dat de provincie hierin het voortouw moet nemen. Maar eerst zijn de inwoners van Twente (en de rest van Overijssel) aan zet. Op 20 maart kiest u de Provinciale Staten. Daarmee bepaalt u voor de komende vier jaar welke richting de provincie op gaat. Wij hopen dat u kiest voor ons landschap.