Veilig werken in crisistijd

26 oktober 2020

Afgelopen april werd ik door een caissière vermanend toegesproken. Ik zou mij niet aan de anderhalve meter afstand houden in de rij bij de kassa. Ervan overtuigd dat ik dat wél deed, voelde ik me een beetje onheus bejegend. Tegelijkertijd was ik te overrompeld om er iets tegenin te brengen. Achteraf is dat maar goed ook. Deze tijd is niet het moment om ruzie te maken met mensen die hard hun best doen de boel draaiende te houden. Helaas lees ik dat er inmiddels wel regelmatig confrontaties zijn tussen klanten en personeel in winkels, het ov en de zorg.

Hieraan moest ik direct denken toen ik het provinciale voorstel voor crisisarrangementen voor de retailsector doorlas. Personeel in deze sector heeft het niet makkelijk. Waar op iedereen een beroep gedaan wordt om zoveel mogelijk thuis te werken en de bubbel zo klein mogelijk te houden, is dit voor winkelpersoneel natuurlijk onmogelijk. Daar komt bij dat zij in eerste instantie aan zet zijn om het overheidsbeleid te handhaven.

De vraag of bepaalde maatregelen zinnig zijn of niet doet wat mij betreft in deze situatie totaal niet ter zake. De winkelvloer is hiervoor niet het juiste podium. Het winkelpersoneel heeft de maatregelen niet bedacht en zijn dus ook niet de mensen om mee in discussie te gaan.

Ik heb daarom de gedeputeerde gevraagd of de middelen die we beschikbaar hebben gesteld voor de retailsector ook gebruikt kunnen worden voor investeringen in een veilige werkplek voor het personeel. Iedereen heeft namelijk recht op een veilige werkplek en gezien de benarde financiële positie van sommige ondernemers kan ik er in deze crisissituatie begrip voor opbrengen dat zij dat niet (volledig) zelf kunnen betalen. Ik ben dan ook blij dat de gedeputeerde dit heeft toegezegd.

Natuurlijk hoop ik dat we zo snel mogelijk weer normalere tijden gaan beleven. Maar in de tussentijd ben ik blij dat we als provinciale politiek de pijn zoveel mogelijk verzachten, voor al onze inwoners.