De 600 werknemers die door het sluiten van de Siemensfabriek in Hengelo hun baan dreigen te verliezen moeten hulp van de provincie krijgen bij het snel vinden van nieuw werk. Dat vindt PvdA-Statenlid Hans Nooter. “De provincie Overijssel steekt de laatste jaren tientallen miljoenen in bedrijven en bedrijventerreinen, een deel van dat geld moet worden ingezet voor om- en bijscholing.”
“De dreigende sluiting van de fabriek is geen natuurramp, maar een gemakkelijke en kortzichtige bezuiniging kille keuze van de directie van Siemens. De gevolgen van die keuze mogen niet eenzijdig worden afgewenteld op medewerkers en leveranciers.” De directie van Siemens heeft het personeel van de fabriek verteld dat de fabriek in 2020 dicht gaat.
Nooter vraagt zich ook af wat de gevolgen zijn van het vertrek van Siemens voor het project ‘Hart van Zuid’ in Hengelo. In 2013 besloten Provinciale Staten nog €21 miljoen in Hart van Zuid te steken. Voor een deel kwam dat geld terecht bij Siemens, dat ruimte nodig had voor de productie van gasturbines. Diezelfde bedrijfstak wordt nu wegbezuinigd. “Dat is een enorm bittere pil voor Hengelo én voor de provincie,” vindt Nooter. “Ik wil weten welke afspraken destijds zijn gemaakt over terugbetaling van dat geld in geval van sluiting van de locatie. Wat mij betreft vorderen we dat geld terug en zetten we het in voor de werknemers die hun baan verliezen.”
Morgen gaan medewerkers van Siemens Hengelo naar Den Haag om steun te zoeken voor het openhouden van de fabriek. De PvdA Overijssel steunt die oproep en staat achter de medewerkers. Zij verdienen een fatsoenlijk perspectief voor de toekomst.
