Door op 17 oktober 2013

PvdA Overijssel wil meer Europese inzet voor stedelijke regio’s

Stedelijke gebieden met hun hoogwaardige kenniscentra en innovatieve bedrijvigheid verdienen meer aandacht van de provincie Overijssel. Bij de verdeling van gelden voor de Europese structuurfondsen moeten zij topprioriteit krijgen. Dat pleidooi hield de PvdA-Statenfractie naar aanleiding van de internationale agenda van de provincie en de inzet van Gedeputeerde Staten voor de structuurfondsen van de Europese Unie.

De PvdA constateert dat de groei van de bevolking en de economische ontwikkelingen zich vooral voordoen in de grotere steden en stedelijke gebieden. Bekende voorbeelden in onze provincie zijn: Netwerkstad Twente (met centrumgemeente Enschede), Stedendriehoek Deventer en Stedelijk Knooppunt Zwolle. Verder zien we dat steeds meer Europese focus ligt op uitzonderlijke (excellente) kenniscentra en –onderzoeksinstituten en dat gebeurt nu net in diezelfde stedelijke gebieden. Sprekende voorbeelden zijn het kennispark bij de Universiteit Twente en Kennispoort Zwolle.

Als je deze ontwikkelingen ziet dan ligt het voor de hand om de inzet van de provincie bij “Brussel” te vergroten in de richting van de stedelijke regio’s. Dat doen GS onvoldoende.

Op zich is dat ook niet zo verwonderlijk want de internationale agenda van dit college wordt (hoe kan dit ook anders) “plattelands gekleurd” door het Hoofdlijnenakkoord van deze coalitie, de “Kracht van Overijssel”. Dat heeft natuurlijk ook gevolgen voor de inzet van Overijssel voor de Europese structuurfondsen 2014-2020, een periode die duidelijk langer duurt dan de houdbaarheid van het Hoofdlijnenakkoord. Daarom maakt de PvdA zich hier ook zo druk over, want in deze statenperiode worden miljoenen aan Europese subsidies verdeeld, terwijl de besteding ervan grotendeels gebeurt in de komende statenperiode.

De PvdA doet volop mee in een werkgroep Europa van Provinciale Staten. PS willen zelf een internationale agenda opstellen. Ook in die werkgroep maken wij ons sterk voor de positie van de grotere steden en kenniscentra in Overijssel.

Hester Maij, coördinerend Gedeputeerde voor Europa, bleek wel gevoelig te zijn voor ons pleidooi voor de stedelijke regio’s. Zij bespreekt dit in GS en zal de internationale agenda van het college op dit punt aanvullen. Dat is winst.