De provincie Overijssel wil onderzoeken of fabrieken uit dorpen verplaatst kunnen worden om de leefbaarheid te verbeteren. Het voorstel van PvdA, VVD, CDA, CU en SGP kon ook op steun rekenen van alle partijen in de Staten behalve de PVV.
Op een aantal plekken in Overijssel staan forse fabrieken middenin dorpskernen. Ze maken bijvoorbeeld veevoer of zuivel. Hun locatie is historisch zo gegroeid maar inmiddels vaak verre van ideaal. Alhoewel ze voldoen aan de wettelijke eisen, zorgen ze voor overlast bijvoorbeeld door stank, geluid of vrachtwagens, die dwars door het dorp moeten. Maar een bedrijf verplaatsen is ingewikkeld en duur. De provincie gaat de gevallen inventariseren en verkennen of er oplossingen zijn.
(Tekst gaat verder onder de afbeelding.)
Knelpunten
“Het is een complex leefbaarheidsprobleem,” zeggen de gezamenlijke partijen. “De dorpen zelf zouden de ruimte die zo’n fabriek opslokt liever anders gebruiken. Bijvoorbeeld voor betaalbare woningen of toeristische voorzieningen. Mogelijk dat de fabrieken zelf ook de voordelen inzien van verhuizen, maar daar alleen niet uitkomen of te weinig urgentie voelen. En dus blijft zo’n fabriek maar staan. De vitaliteit van zo’n kern komt daarmee onder druk te staan.”
De provincie Overijssel heeft de Herstructureringsmaatschappij Overijssel (HMO) opgericht om samen met gemeenten en ondernemers knelpunten op bedrijfslocaties en binnensteden in Overijssel aan te pakken. “Als het zou lukken deze bedrijven te verplaatsen zou dit heel veel betekenen voor de leefbaarheid. We willen de HMO uitdagen om op zoek te gaan naar mogelijkheden voor verplaatsing. Als iemand die kansen kan vinden, is het de HMO.”
Veevoederfabriek
Annemieke Wissink (PvdA) en Dinand Leferink (VVD) stelden eerder vragen over een mogelijke verplaatsing van veevoederfabriek ABZ in Markelo. Zo ging het balletje rollen. “Vraag op een willekeurige plek in Overijssel naar een bedrijf op een lastige locatie in een dorp en iedereen weet wel een voorbeeld te noemen,” zeggen de woordvoerders. “Het was ons snel duidelijk dat het probleem flink groter was dan één fabriek in één kern.”
Ze denken dan ook niet dat de knelpunten snel opgelost zullen zijn. “Daar moeten we eerlijk in zijn. De HMO moet eerst onderzoeken waar zij de beste mogelijkheden zien. Het is een kwestie van de lange adem. Maar als je er nooit aan begint zal het nooit gebeuren. Als er uiteindelijk één of meerdere fabrieken kunnen verplaatsen krijgen we er vitalere kernen voor terug. Dat is het volhouden waard.”