Afgelopen maand hebben we in Provinciale Staten uitvoerig met elkaar gesproken over werk nu en in de toekomst in Overijssel. Er verandert veel op en rond het werk. We zien dat het aantal jongeren afneemt en daarmee het aantal nieuwe toetreders op de arbeidsmarkt. Waar een paar jaar geleden nog sprake was van aanzienlijke werkloosheid in onze provincie, is nu steeds vaker sprake van een groot aantal onvervulbare vacatures. Zeker in sectoren als techniek, levensmiddelen, bouw, zorg en infrastructuur is er veel vraag naar mensen.
De komende jaren zal het effect van voortgaande digitalisering en robotisering zich nadrukkelijk manifesteren. Werk verdwijnt, verandert en ook andersoortig werk dient zich aan. Dit alles vraagt veel van de mogelijkheden en de flexibiliteit van individuen en ook van bedrijven zoals het Midden en Kleinbedrijf. Natuurlijk zijn veranderingen van alle tijden, het tempo waarin deze zich nu afspelen is echter heel hoog. Bovendien zijn de sociale condities veranderd. Dertig jaar geleden zorgde een sterke sociale staat er voor dat je bij werkloosheid en ziekte gelegenheid had om je in te stellen op andere omstandigheden. Tegenwoordig heeft bijna 35% van de werknemers geen vast dienstverband en voor de meeste anderen geldt eveneens dat sociale uitkeringen kortstondig zijn. Kortom, mensen zijn veel kwetsbaarder. Dit staat ook heel goed beschreven in een net verschenen en lezenswaardig rapport van de Wetenschappelijke Raad voor Regelingsbeleid: ‘het betere werk’.
Naast de hoge dynamiek in werk en maatschappij staan groepen voor wie deelname aan deze hoge toeren samenleving moeilijk of onmogelijk is. Voor hen is het van belang beschut werk of een zingevende omgeving te organiseren. Hier is heel veel te verbeteren. Vooral kwetsbare jongeren, mensen met een beperking of een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid komen maar moeilijk aan een plek. Het is duidelijk: nu het bij veel bedrijven erg goed gaat en de rijksoverheid haar tekorten heeft weggewerkt is het de hoogste tijd te investeren in goed werk en een fatsoenlijk inkomen voor iedereen.
De provincie zet komende jaren ruim 8.5 miljoen euro in om bij te dragen aan (bij-)scholing, extra mogelijkheden voor verschillende groepen en hier op te kunnen sturen. We kijken naar de kwaliteiten en capaciteiten die de mensen wél hebben. Dat betekent soms ook investeren om projecten geschikt te maken voor mensen. Dat betekent maatwerk en passende banen. Onze voorkeur gaat uit naar concrete plannen met concrete resultaten voor concrete mensen. Het provinciebestuur zal hierover op ons verzoek ook met de mensen zelf in gesprek gaan. Het doel is om zoveel mogelijk mensen aansluiting te kunnen geven bij werk. Het is een goed begin dat we van harte ondersteunen. Tenslotte willen wij gewoon goed werk en meer zekerheid voor iedereen.