Net nu de beperkende maatregelen vanwege het Coronavirus kunnen worden versoepeld tonen de eerste cijfers heel duidelijk hoe zwaar economie en werkgelegenheid getroffen worden. Jongeren, horecapersoneel en uitzendkrachten hebben het in coronatijd zwaar te verduren. Volgens de laatste cijfers van het UWV raken vooral deze groepen de laatste maanden massaal werkloos.
Het aantal mensen in Overijssel dat gebruik maakt van een WW-uitkering steeg met bijna 15 procent ten opzichte van maart. Eens te meer blijkt dat degenen met de flexibele contracten het eerst op straat komen te staan. Ook nu zien we dat de gevolgen als eerste neerdalen bij de kwetsbaarste groepen: jongeren, flexwerkers, minder betaalden en mensen met specifiek opleidingsniveau. Verwacht wordt dat ook de komende maanden een groot aantal mensen werk zullen verliezen.
De gevolgen van de lockdown rollen door en het is ongewis welke omvang de economische neergang zal krijgen. Op dezelfde dag dat genoemde cijfers naar buiten kwamen maakte het kabinet Rutte bekend 17 miljard euro beschikbaar te stellen voor noodhulp aan bedrijven. De boete op ontslag van personeel bij noodhulp vervalt…Voorzien wordt dat daarmee ook medewerkers met vaste contracten in getroffen sectoren hun baan kwijt kunnen raken. Achter ieder baanverlies of faillissement schuilt doorgaans een persoonlijk drama. Met de enorme dreun die het Coronavirus uitdeelt is het onze maatschappelijke plicht om de gevolgen samen te dragen.
Voor de provincie Overijssel betekent dit dat we, in aanvulling op het rijksbeleid, zoveel mogelijk een bijdrage moeten leveren waar we dat effectief kunnen. Anders dan het rijk kunnen we niet op korte termijn steunpakketten organiseren. Wel kunnen we geplande investeringen naar voren halen, programma’s versneld uitvoeren, toegezegde subsidies verstrekken zodat organisaties door kunnen en kijken naar de begroting voor de komende jaren.
Voor de vrijetijdseconomie heeft dit geleid tot een aanvullend Coronadocument om ondernemers versneld faciliteiten te kunnen verschaffen en uitgaven anders te richten dan aanvankelijk voorzien. Door onderhoud van (vaar-)wegen eerder uit te voeren bieden we bedrijven werk. Last but not least kunnen we bij de voorbereidingen van de begroting 2021 gericht geld inzetten om de gevolgen van Corona te verzachten. Daar moeten we nadrukkelijk ook stilstaan bij de kwetsbaarheid van een aantal sectoren en groepen op de arbeidsmarkt.
De Coronacrisis maakt de toenemende ongelijkheid versneld zichtbaar. Teveel mensen zitten gevangen in onzekere arbeidsrelaties en hebben geen toegang tot scholingsfaciliteiten en de financiering daarvan. De kans is groot dat werk de komende tijd versneld verschuift. Het is van groot belang dat we mensen ondersteunen om mee te kunnen bewegen door scholing en praktische ervaring. Door werk-naar-werk-regelingen, ook naar andere sectoren. Door te investeren en te bemiddelen naar werk met toekomstperspectief. Fatsoenlijk werk, minder ongelijkheid en een eerlijke verdeling van de lasten van de crisis. Daar gaat het om.