Door op 25 februari 2014

Wandelen door het groene hart van Twenterand

Afgelopen zondag 23 februari liet de PvdA Twenterand zien dat ook ‘rood’ een groen hart heeft. In het kader van de gemeenteraadsverkiezingen organiseerde de lokale PvdA-fractie in samenwerking met de Statenfractie een wandeling door de Engbertsdijksvenen. Daarmee wilde de partij aandacht besteden aan dit unieke natuurgebied.

De dag begon om 11 uur met koffie in het Veenmuseum aan de Paterswal in Vriezenveen. Het museum gaat eigenlijk pas later in het seizoen open, maar gooit voor de bijeenkomst vandaag alvast een dagje haar deuren open. Gaande de koffie blijkt de opkomst opvallend hoog en de vrijwilligers van het museum lopen zich het vuur uit de sloffen om thee en koffie te regelen voor de ongeveer vijftig aanwezigen. Er zijn ouderen, jongeren en gezinnen met kinderen aanwezig. “Ik zou willen dat politieke bijeenkomsten altijd zo’n mooie opkomst hadden,” lacht Statenlid Anneke Beukers in haar introductie.

De hoge opkomst heeft vast ook iets te maken met het prachtige weer. De zon schittert in een wolkeloze hemel en het waait bijna niet, perfecte omstandigheden dus voor een mooie wandeling. De grote groep mensen maakt het noodzakelijk het programma iets aan te passen: in plaats van één groep gaan we in twee verschillende groepen op pad. De ene groep wordt geleid door Herman Stevens van de Vereniging voor Veldbiologie KNVV, de andere door natuurboer Jan Broenink.

Politiek is keuzes maken: lijsttrekker Sven Booij van de PvdA Twenterand gaat mee met de groep Stevens, die tevens de kinderen mee op sleeptouw neemt. Anneke Beukers vormt met zo’n twintig leden en hond Ramses de groep Broenink, die met gezwinde spoed het veen intrekt.

 

De Engbertsdijksvenen zijn een uniek overblijfsel van het enorme veenmoeras dat ooit het noordoosten van Nederland bedekte. Het natuurgebied is een ongeveer 1000 hectare grote aaneenschakeling van heide, veengebieden en vennen. Het is één van de weinige plekken in Nederland waar nog actief hoogveen te vinden is, en is mede daarom door Europa aangewezen als beschermd Natura 2000-gebied.

Jan Broenink kent het gebied op zijn duimpje en vertelt hoe hij samen met zijn collega’s van de Stichting Natuurboeren het boerenbedrijf verenigt met de natuur. Zo wijst hij bijvoorbeeld op bij de grond afgevreten restanten van boompjes: het werk van de ossen die op de venen grazen. ‘Plankgasboeren’, zoals Broenink zijn meer traditionele collega’s noemt, zouden maar weinig met de drassige veengrond kunnen beginnen, en als die kleine boompjes blijven staan verandert het veengebied in no time in bos.

De ossen zijn daarmee een uitkomst. Dat typeert de manier waarop de natuurboeren denken. “Natuur hoeft helemaal geen geld te kosten. Je moet dat onderhoud gewoon slimmer aanpakken,” vindt Broenink. Zijn runderen zijn een natuurlijke manier van gebiedsbeheer, en nog eens commercieel succesvol ook. De biologische boeren wonnen in oktober vorig jaar de verkiezing van het Lekkerste Rundvlees van Nederland. Duurzaam én lekker dus.

Terwijl de groep zich een weg baant over de soms zompige paden van de Engbertsdijksvenen filosofeert Broenink over de 1.6 miljard euro waarvoor Nederland jaarlijks rundvlees importeert. “Als we daar nou 25% van zouden kunnen pakken,” rekent de natuurboer hardop terwijl hij kundig de plassen ontwijkt, “dat is een opbrengst van 400 miljoen. Gewoon door op een fatsoenlijke manier onze Nederlandse natuur te onderhouden. Dat zou toch fantastisch zijn?”

DSC_0100

En zo prakkiserend over de mogelijkheden van slim natuuronderhoud en ossen in het veen trekken we verder door de natuur, om uiteindelijk na anderhalf uur weer bij het Veenmuseum uit te komen. Daar staat een welverdiende kop koffie klaar en wachten we op de groep van Herman Stevens. Het was een stevige wandeling, en tegelijk een geslaagde en door en door inhoudelijke bijeenkomst met aandacht voor natuur en betaalbaar groen. Hopelijk is het volgende week op zondag net zulk mooi weer, want dan organiseert de PvdA een wandeling door de Weerribben.