Mijn laatste column als provinciaal Statenlid Overijssel. We tellen af naar de verkiezingen op 15 maart en de campagne draait op volle toeren. De afgelopen acht jaar heb ik me met veel plezier ingezet voor de provinciale politiek. In de eerste periode vanuit een oppositierol en de afgelopen vier jaar als deelgenoot van het coalitiebestuur, als woordvoerder mobiliteit en cultuur. Later tevens als voorzitter van een aantal Statencommissies. Verschillende posities maar steeds gericht op dezelfde doelen: staan voor de kansen van degenen met minder middelen en mogelijkheden, diversiteit en gelijkwaardigheid én werken aan duurzame oplossingen voor mens en milieu.
Terugkijkend zijn er mooie zaken bereikt. In het Vechtdal zijn de auto- en fietsverbindingen op grote schaal vernieuwd. Waar aanvankelijk alle aandacht uitging naar het herstructureren van de provinciale wegen vanaf A28 Hessenpoort naar Ommen en Nieuwleusen is het gelukt om de fietsverbindingen hierin te betrekken. Het resultaat mag er zijn. De N340 is een heel prettige en mooie route geworden. De fietsverbinding Ommen – Dalfsen – Zwolle is sterk verbeterd en bevat nu meerdere prachtig uitgevoerde fietstunnels, veiliger parallelwegen en er is veel aandacht voor boscompensatie. Per saldo zijn er veel meer bomen toegevoegd met bijzondere aandacht voor de landschappelijke historie. De verbinding door Ommen richting Hardenberg heeft nog aandacht nodig, ook richting Hardenberg is er voor de fietser verbetering gerealiseerd. Ook elders zijn er verbeteringen voor de fietser gerealiseerd. In Twente is de F35 verder ontwikkeld en vanuit Zwolle is de fietssnelweg richting Meppel voltooid. Momenteel vindt uitwerking plaats van de Vloedbeltverbinding rond Zenderen en Borne. Het aanleggen van asfalt heeft zeker niet mijn prioriteit maar de mobiliteitsdruk op het gebied en afspraken in en met de regio maakten dat er keuzes noodzakelijk waren. Veel aandacht heb ik ook besteed aan de verbetering van de N35 en het belang van veiligheid en langzaam verkeer zoals bij knooppunt Raalte. Helaas stagneert de finale besluitvorming momenteel vanwege de financiën. Over het openbaar vervoer is veel te doen geweest. In de afgelopen 8 jaar stond de uitwerking centraal van de overdracht van regionale spoorverbindingen van NS (het rijk) aan de regio. De Kamperlijn kende een valse start: na elektrificatie bleek het spoortalud onvoldoende stevig om met hogere snelheid overheen te rijden. Na onderzoek en passen en meten is met de nodige vertraging het nieuwe treinmaterieel gaan rijden. Inmiddels wordt er druk gebruik van gemaakt. Dit geldt ook voor de treinen vanaf Zwolle naar Twente en Emmen vice versa. Nieuw en comfortabel materieel zorgt voor een sterk toegenomen aantal reizigers en extra ritten.
De aanbesteding van het busvervoer heeft grote problemen gekend. Waar ik mij vooral had geconcentreerd op fatsoenlijke arbeidsomstandigheden als pauzes, inspraak over de inrichting van de chauffeursplek en behoud van dunnere (C) lijnen bleken de problemen fundamenteel van aard. Inmiddels is sprake van een impasse in de cao onderhandelingen en worden reizigers met stakingen geconfronteerd. Het is duidelijk dat het aanbestedingsmodel op de schop moet. Werknemers in het OV dienen gelijke beloning te ontvangen, de arbeidsomstandigheden en werkdruk moeten beter en reizigers moeten weer kunnen rekenen op een goede bereikbaarheid, de provincie moet beter kunnen sturen op vervoerkeuzes. Het is werkelijk mal en ongewenst dat onze regio’s zo op afstand staan van een basisvoorziening als het OV en busmaatschappijen allemaal hun hoofdkantoor in het buitenland hebben. Voor nu en voor de lange termijn is het noodzakelijk om als overheid de regie te houden op het gehele systeem en om te blijven investeren. Kortom, nog veel te doen in het OV! Terugblikkend kan ik niet om Corona heen. Hier hebben we samen met het provinciaal bestuur snel en goed gehandeld door gelden naar voren te halen om studenten, cultuursector, MKB, zzp’ers en anderen te ondersteunen in dat moeilijke en onvoorspelbare eerste jaar. Met de kennis van nu kunnen we vaststellen dat de schade aan banen en bedrijven minder groot is dan toen gevreesd. Voor zzp’ers en specifieke sectoren zoals kunst en cultuur zijn het echter slechte tijden geweest en we hebben de pijn niet altijd voor kunnen zijn. De afgelopen acht jaar heb ik me ook steeds hard gemaakt voor Overijssel als Regenboogprovincie. Wie je bent en van wie je houdt: in Overijssel moet je overal veilig jezelf kunnen zijn. Naast steun in de Staten voor de Regenboogprovincie zijn ook diverse partijen cynisch hierover, een nieuw Regenboorakkoord met gelijkgestemde partijen is keihard nodig, ook na de verkiezingen! Er is hard gewerkt, ik ben gepast trots, maar Overijssel is nog lang niet af. Daarom: stem eerlijk, stem sociaal, stem PvdA!
Graag wil ik iedereen bedanken voor de steun, samenwerking en sympathie de afgelopen 8 jaar. In het bijzonder mijn fractiegenoten, mede-Statenleden, ambtenaren, GS–Overijssel en natuurlijk vele betrokken Overijsselaars.