Snel concrete actie om het Nedersaksisch te redden

19 juni 2018

Wat is er nodig om de Overijsselse streektaal voor uitsterven te behoeden? Dat wil Anneke Beukers weten van gedeputeerde Hester Maij. Beukers is behalve Statenlid voor de PvdA ook ambassadeur van het Nedersaksisch voor de Stichting Streektaal-Organisatie in het Nedersaksisch Taalgebied (SONT).

“Na de zomer tekenen een aantal provincies samen met het rijk een overeenkomst om onze streektaal te gaan bevorderen,” zegt Beukers. “Mooi, maar dat betekent dat we nu al na kunnen en moeten denken over moderne manieren om het Nedersaksisch te stimuleren. En als de gedeputeerde voorziet dat daar geld voor nodig is, kunnen we het nu al apart zetten zodat we straks direct aan de slag kunnen.”

Beukers denkt ‘bijvoorbeeld’ aan het actief stimuleren van kennis van streektaal bij kinderen, meer aandacht voor ‘plat’ in Overijsselse bibliotheken, en een centrale rol voor de Nedersaksische taal en geschiedenis in het cultuurbeleid van de provincie.

Erkenning

De provincies Gelderland, Overijssel, Drenthe en Groningen werken al jaren met het ministerie van Binnenlandse Zaken aan een convenant dat het gebruik van het Nedersaksisch moet bevorderen. Door het tekenen van die overeenkomst krijgt het Nedersaksisch straks de positie van een wezenlijk, volwaardig en zelfstandig onderdeel van de taalsystematiek binnen Nederland.

“Dat is een een stap in de goede richting,” vindt Beukers. “Maar het Nedersaksisch is al in 1995 als taal erkend door het Europees Handvest van de Raad van Europa. Sindsdien is de overheid formeel verplicht het gebruik van de taal aan te moedigen. Daar is op zijn zachtst gezegd weinig van terechtgekomen. Toch staat of valt een levende taal uiteindelijk niet met kadernota’s en juridische afspraken. Het Nedersaksisch bestaat bij de gratie van alle mensen die het spreken en beleven. Dat verdient een investering van de provincie. Want zonder taal geen verbinding, geen noaberschap, geen gezamenlijke geschiedenis.”