Overijssel 2015: werk in Twente en investeren met gemeenten
Dit stuk is gebaseerd op de inbreng van de PvdA bij de behandeling van de begroting van Overijssel voor 2015 door Provinciale Staten op 12 november 2014.
In de Overijsselse begroting voor 2015 wordt gewag gemaakt van het in kaart brengen van de randen van de arbeidsmarkt. Op zich is de PvdA daar een voorstander van, maar met in kaart brengen alleen komen we er natuurlijk niet. Een kaart is mooi, maar we moeten op een gegeven moment ook daadwerkelijk op pad gaan.
Dat is ook waarom de PvdA samen met de CDA op 2 juli een motie indiende om te komen tot verbetering van de werkgelegenheid in Twente en Hardenberg, met het accent op een banenplan voor Twente. Inmiddels ligt 2 juli echter alweer bijna een half jaar achter ons. En inmiddels worden wij wat ongeduldig. Het gaat ons te langzaam.
In de afgelopen weken hebben we daarom meermaals de vragen gesteld: wat doet Overijssel op dit moment om de groeiende problematiek het hoofd te boeken? Waar zijn de resultaten? Het antwoord op die vragen was meestal dat de commissie Draijer nog werkte aan een rapport, dat de Twente Board nog met een voorstel zou komen, of dat de commissie Wientjes op het punt stond haar werk af te ronden.
Welnu, het rapport van Draijer is alweer enige maanden oud en morgen is in Enschede het eerste ronde tafelgesprek over het rapport van Wientjes. De wijzen hebben hun mening gegeven. Wij verwachten dat GS in de startblokken staat, trappelend van ongeduld om vaart te maken. Zo ondertussen zou het college op het netvlies moeten hebben wat er moet gebeuren en zou zij zo scherp moeten zijn om, zodra begin december een besluit van PS op tafel ligt, meteen aan de slag te gaan.
In de afgelopen jaren draaide de politiek van de coalitie om asfalt, grasland en varkens. Een broos draagvlak en een meerderheid van maar één zetel leidde tot abrupte koerswijzigingen, bijvoorbeeld rond bezuinigingen op het openbaar vervoer of investeringen in provinciale wegen.
Na een jarenlange starre focus op het coalitieakkoord lijkt die houding nu bij te draaien. Zo krijgt de PvdA inmiddels steun voor provinciaal arbeidsmarktbeleid. We willen allemaal meer werk en meer bedrijvigheid in Twente en Noordoost Overijssel. Dus we moeten het met z’n allen doen.
Dat betekent voor de PvdA ook dat de provincie zich niet strikt moet beperken tot haar zogenaamde kerntaken, maar samen met gemeenten de uitdagingen voor Overijssel op moet pakken. Niet alleen de provincie maar vooral ook gemeenten zijn de sleutel voor de aanpak van economische problemen. Maar tegelijkertijd zitten veel gemeenten in financieel zwaar weer. Voor ons staat als een paal boven water dat als we de Overijsselse leefbaarheid willen behouden we samen met die gemeenten op moeten trekken. Vandaar dat we de afgelopen jaren meermaals hebben gepleit voor een investeringsprogramma voor én met gemeenten.
De toekomst vraagt om robuuste investeringen in de stedelijke gebieden van Overijssel, hand in hand met het goed verbinden van het ommeland en de dorpen. Het provinciebestuur moet zich niet doodstaren op haar eigen loketten maar maatschappelijke opgaven centraal stellen. Daarbij past een bestuursstijl waarin niet alles vooraf door coalitiepartners wordt dichtgeregeld, maar waarin dienstbare bestuurders hun beleid durven te herijken op basis van de actualiteit en relaties tussen mensen. En bovendien vraagt de toekomst om sociaal beleid met oog voor arbeid, waarin niet wordt gedraald maar snel werk wordt gemaakt van een investeringsprogramma waarbij actuele maatschappelijke opgaven – zoals de werkloosheid – worden aangepakt.