Naar Florida en terug, de wereld is niet plat
Wij leven dagelijks in Amerika. Niet alleen omdat we graag songs van our own Almelo-grown Ilse de Lange horen, of omdat Trump over onze hoofden zaken doet met Poetin en rijke Saoedies. Welnee, we zitten dagelijks ‘op’ Facebook, Twitter of games die vanuit de USA ontwikkeld zijn. Niet voor niets spreken we over ‘Californification’ van onze samenleving: met deze grote wereldwijde platforms sluipt ook weer een stukje Amerikaanse cultuur binnen.
Soms is er even een wake up call, zoals vorige week toen een grote wereldwijde cyberaanval grote verstoringen in meer dan 150 landen veroorzaakte. In Engeland werden zelfs ziekenhuizen korte tijd geraakt. In Nederland leek het allemaal wel mee te vallen. De overheid is dagelijks in de weer met onze digitale veiligheid. Denk dan niet alleen aan defensie of politie maar ook aan het openbaar vervoer, het onderwijs, de zorg, de drinkwater- en energievoorziening, gemeenten. Overal waar gebruik gemaakt wordt van ICT en internet is weerbaarheid tegen cyberaanvallen aan de orde van de dag.
Jaarlijks kosten cyberaanvallen in Nederland ruim 8 miljard euro, 1,5% van ons gezamenlijke bruto nationaal product. En dan rekenen we het leed voor getroffenen nog niet mee. Naast grootschalige cyberaanvallen waardoor bijvoorbeeld treinen niet meer rijden of via zogenaamde ‘ransomware’ geld afgeperst wordt, gaat het ook om aloude vormen van pesten, bedreiging en afpersing in een digitaal jasje. Onder hippe Engelstalige woorden als phishing of sexting gaat een hoop ellende schuil voor bijvoorbeeld ouderen die geld ontfutseld wordt of jongeren die via fake foto’s seksueel bedreigd worden. Onze welvaart en ons welzijn hangen in hoge mate af van internettechnologie. Onze open samenleving moet – ook digitaal – veel weerbaarder gemaakt worden om grootschalige aanvallen te kunnen weerstaan. Daarin staan we niet alleen: de EU gaat strengere eisen stellen aan grote platformorganisaties zoals Google of Apple, maar ook een buurland als Duitsland maakt van ‘Datenschutz’ veel werk.
Zo leven we dus dagelijks ‘in Amerika’. Voor mij als sociaal-democraat is het daarbij erg belangrijk dat veiligheid niet koste gaat van onze vrijheid en gelijkheid. Californification doet net alsof techniek, bijvooorbeeld het internet, neutraal is. Dat is niet zo. Ik was dan ook geraakt door het nieuwste boek van Richard Florida. Hij is de Amerikaan die 12 jaar geleden furore maakte met zijn verhalen over ‘de platte wereld’, de ‘creatieven’ in steden die voor welvaart en welzijn zouden zorgen. Wij in Overijssel weten wel beter. ‘Tuurlijk, creativiteit is hartstikke belangrijk. Niet alleen om mooie dingen te maken, maar juist om kleur te geven aan ons dagelijkse leven. Om voor lastige uitdagingen zoals veiligheid niet gelijk alleen maar met hightech dingen klaar te staan, maar vooral ook sociale oplossingen te zoeken. Wat Florida nu laat zien, is dat we oog moeten hebben voor gelijke kansen. Niet alleen maar overheidsaandacht voor hightech start ups, maar juist ook voor sociaal maatschappelijke initiatieven en bedrijven die met nieuwe technologie nieuwe banen scheppen in de zorg, het onderwijs, in de bouw en bij MKB productiebedrijven en de ‘winkel op de hoek’.
Naar Florida en weer terug, we zijn weer thuis. De wereld is niet plat, we moeten als sociaal-democraten verder knokken om voor iedereen kansen te scheppen.