Geen ongewenste cadeaus, maar structurele aandacht voor steden
“Sinterklaas is vroeg dit jaar”, zo reageerde iemand sceptisch op het bericht van het CDA Overijssel om € 1 miljoen beschikbaar te stellen voor de werkgelegenheid in Enschede. Het past wel in de traditie om tijdens verkiezingscampagnes te strooien met geld. Veel mensen ergeren zich daaraan, anderen zien hiermee bevestigd dat politiek verworden is tot zieltjes kopen in campagnetijd. De publieke scepsis wordt in dit geval versterkt doordat juist een gedeputeerde van het CDA al in 2011 is begonnen met het uitgeven van een budget van € 106 miljoen voor de regionale economie. Desondanks is de economische toestand in Twente nog steeds zorgwekkend. Het is sterkt de vraag of ongericht één miljoen euro over de schutting gooien iets extra’s op zal leveren.
Veel fracties, waaronder de PvdA, hadden dan ook kritiek op de opportunistische werkwijze van het CDA. En ook inhoudelijk zijn er redenen waarom dit voorstel niet kansrijk is. Allereerst ontbreekt een gezamenlijk plan. Op welke wijze is de lokale betrokkenheid georganiseerd van ondernemers, bewonersorganisaties, projectontwikkelaars, universiteit en ondernemende hogescholen? Dat zijn namelijk de partijen die er de schouders onder moeten willen zetten. Samen met hen moet de overheid aan de slag om een aanpak te bedenken. De tijd van het blauwdrukdenken is voorbij. Succesvolle initiatieven komen steeds meer van onderop. De overheid moet het provinciehuis uit om gezamenlijk een plan te maken waaraan betrokkenen zich verbinden. En niet onbelangrijk: deze methode garandeert ook meer ‘maatwerk’ en voorkomt de teleurstelling van een ‘ongewenst cadeautje’.
In de tweede plaats beperkt de economische ellende zich niet tot de gemeentegrenzen van Enschede. In de Provinciale Staten is breed gedragen steun voor een gedegen aanpak van de economische problemen van Overijssel. Andere steden, binnen en buiten Twente, hebben het ook moeilijk en verdienen evenzeer aandacht. Maar een aanpak voor versterking van de economie in Enschede moet recht doen aan de onderlinge verhoudingen van steden en de relatie stad en ommeland. Zo zou Enschede zeer gebaat kunnen zijn met een investering net over haar gemeentegrenzen of omgekeerd. Het ‘labellen’ van geld aan een specifieke gemeente is voorbarig.
Het derde en laatste punt betreft het structurele karakter van de werkloosheid. Een structureel probleem is niet gebaat bij een eenmalige financiële injectie. Het vraagt om een permanente aanpak waarbij de kracht van steden wordt versterkt, bijvoorbeeld door gericht beleid op grote steden. Juist dat grotestedenbeleid is in 2011 definitief beëindigd door dit college. Een initiatief vanuit de PvdA om een nieuw investeringsprogramma voor steden op te zetten vond de afgelopen jaren geen gehoor bij de zittende coalitie in het provinciehuis (CDA, VVD, CU en SGP).
Samenvattend, wij willen het structureel grotestedenbeleid hervatten, gemaakt met en gedragen door actief betrokkenen. Of dat dan 1, 2 of 15 miljoen moet kosten, dat is van later zorg en wat ons betreft bespreekbaar. Dit provinciaals grotestedenbeleid zou mooi aansluiten bij de ‘Agenda Stad’; een recent initiatief van het kabinet om de Nederlandse steden op het gebied van concurrentiekracht en leefbaarheid in de wereldtop te houden.