Er verandert veel in het openbaar vervoer in Oost Nederland. De regionale spoorverbindingen zijn of worden geëlektrificeerd en ondergebracht bij regionale vervoerders onder de naam Blauwnet. Samen met een heel beperkt aantal buslijnen vormen ze het regionale kernnet voor openbaar vervoer. De overige lijnen van het busnet zijn opgenomen in een zogenoemde ‘mobiliteitsmix’. In deze mix is sprake van verschillende vervoersvormen zoals busdiensten op onregelmatige uren, buurtbussen gereden door vrijwilligers en de elektrische fiets.
Per saldo betekent de mix een flinke hap uit wat tot nog toe openbaar (bus-)vervoer was. Deze indeling leidt ertoe dat geregelde busdiensten op vaste tijden en in een vaste frequentie verdwijnen. In het weekeinde, ’s avonds of tijdens stille uren rijdt er bijvoorbeeld geen bus of nog hooguit één keer per uur. Kortom, we beleven het einde van het geregelde openbaar busvervoer zoals we dat kennen.
In de steden zal veel veranderen in de stadsdienst. Lijnen vervallen, worden gecombineerd en rijden vooral in de avond en in het weekeinden minder of niet. Het is begrijpelijk dat hier onrust over ontstaat. Het regionale overlegorgaan openbaar vervoer, Rocov, noemt de plannen voor bijvoorbeeld Zwolle ‘ver beneden het minimum’. Iemand die bijvoorbeeld vanuit de kop van Overijssel in het weekeinde naar het bezoekuur wil van het ziekenhuis in Zwolle kan dat in veel gevallen vergeten. Je zult buren, vrienden of familie lief aan moeten kijken of een andere oplossing moeten bedenken.
De bus wordt dus niet langer gezien als een vervoerwijze die in de behoefte aan mobiliteit voor een algemeen publiek kan voorzien. Voor mensen die noodgedwongen of bewust gebruik willen maken van het OV is dat een bittere pil. Juist in de landelijke gebieden, maar ook in de stadswijken waar veel ouderen wonen zal dat beslist een gemis zijn.
Het gekke van dit verhaal is dat het helemaal niet slecht gaat met de belangstelling voor de bus. We zien in delen van de provincie overvolle bussen en passagiers die in de spits moeten staan of bij de halte achterblijven. We zien zowel een groeiend gebruik van als een hoge waardering voor het openbaar vervoer in Overijssel. Overigens is groei van de bevolking en de voorziene groei in mobiliteit voor de provincie een reden om juist wél te investeren in asfalt. Er wordt dus bewust voor gekozen het openbaar vervoer niet te versterken. Door de onaantrekkelijke vooruitzichten is inmiddels in hoog tempo een tekort aan chauffeurs ontstaan. Op korte termijn doen zich al problemen voor. Chauffeurs die zich vermoedelijk evenmin zullen melden als vrijwilliger voor een buurtbus.
De PvdA in provinciale staten heeft de afgelopen jaren herhaaldelijk geprobeerd meer aandacht voor de positieve rol van de bus in het openbaar vervoer te krijgen. Onder meer bij begrotingsdiscussies en bij het vaststellen van het OV beleid. Helaas is het ons niet gelukt een meerderheid voor onze inbreng in de Staten te krijgen.
De komende maand krijgen we de aanbestedingscriteria voor de regio IJsselland ter bespreking. Dat is het moment om nogmaals onze zorgen neer te leggen over de uitwerking van het beleid. Het zal echter de afbouw van het busnet niet kunnen tegenhouden. De bus: we zullen hem zeker gaan missen.