13 september 2013

#beginnersdemocratie

Zwolle, 13 september 2013 – Heftig geroezemoes op de publieke tribune en een statenzaal vol scholieren. Het is twee uur op de vrijdagmiddag en de jeugdbijeenkomst ‘Democratie voor Beginners’ staat op het punt te beginnen. De bijeenkomst is georganiseerd in het kader van de landelijke Dag van de Democratie die morgen 14 september gevierd zal worden en het thema is: “als je nog geen achttien bent mag je niet stemmen, en dus doe je niet mee met de democratie”. Is dat zo? Als een jongere invloed wil uitoefenen, een goed idee heeft voor de toekomst of zich zorgen maakt over iets wat hij of zij belangrijk vindt, maar nog geen achttien jaar oud is, wat voor manieren bestaan er dan om buiten het stemhokje om je mening te laten horen?

Daarover gaat het vandaag, en aan het rumoer te horen hebben de tweehonderd jongens en meisjes die vandaag naar het provinciehuis zijn gekomen daar best een mening over. Op het programma staan gesprekken, ‘speeddates’ en debatten met Statenleden en afgevaardigden van onder andere het LAKS, FNV Jong en politieke jongerenafdelingen, en natuurlijk gaan de jongeren zelf ook stemmen.

Over stemmen gesproken, sommige van de aanwezige scholieren zijn al achttien of ouder en laten de presentator weten dat ze al de nodige democratische bagage hebben: zij hebben al eens mogen stemmen. Voor wie dan? is de onmiddellijke wedervraag. “Dat laat ik liever voor me” wordt in de microfoon gemompeld. “Heel verstandig”, vindt de presentator. Terwijl fotograaf Peter zijn kiekjes klikt introduceert hij voorzitter Koray Bektas van de Jongerenraad Overijssel en de aanwezige Statenleden Edgar Mulder (PVV), Arnita van der Weerd (VVD) en Tijs de Bree (PvdA). ‘Matadors’ worden ze genoemd, en ‘strijders’. En dan is natuurlijk de vraag, “wat is een Statenlid eigenlijk?”

“Iemand die in z’n vrije tijd hier aanwezig is om te besluiten over dingen waar de gemeente te klein voor is,” vat De Bree het bondig samen. “Eigenlijk net zoiets als de Tweede Kamer” vult Van der Weerd aan. En waarom moeten de jongeren zich druk maken over de politiek? “Als het je niet uit maakt waar je woont, waar je werkt of wat je later worden zal, dan hoeft dat misschien helemaal niet,” vindt de PvdA-fractievoorzitter. “Maar als je je zorgen maakt over de toekomst en wilt dat er rekening met je gehouden wordt, dan moet je komen stemmen en meepraten!”

Dat komt goed uit, want het is tijd dat de jongeren zelf hun mening laten horen. Op het grote videoscherm in de Statenzaal worden stellingen geponeerd en de scholieren kunnen aangeven of ze het er wel of niet mee eens zijn. Een groene kaart is ‘eens’, een rode ‘niet mee eens’. De eerste stelling: “als ik achttien ben ga ik stemmen. Dat vind ik belangrijk”. Onmiddellijk gaat een golf groene kaartjes gaat de lucht in. Die is binnen.

Stelling twee: “De stemgerechtigde leeftijd moet omlaag naar zestien jaar”. Opnieuw gaan de kaartjes omhoog, maar ditmaal zijn de meningen verdeeld. Fifty-fifty, zegt de presentator. Dat wordt een hertelling. Dan stelling drie: “mensen in de politiek dragen een grijs pak en praten ingewikkeld”. Een orkaan van groene kaartjes wappert door de zaal: het overgrote merendeel is het eens met de stelling. Oei. Werk aan de winkel dus voor de Statenleden. En daarvoor zijn ze hier natuurlijk ook. De jongeren worden opgedeeld in groepen die de volksvertegenwoordigers stevig aan de tand zullen voelen. Beginners? Misschien. Maar ook de toekomst van de democratie. En aan deze zaal te zien komt dat prima in orde.