1 mei: gesnoeide rozen bloeien feller
Op de Dag van de Arbeid was onze fractievoorzitter Tijs de Bree als spreker te gast op de 1 mei-viering van de PvdA Zwolle. Dit is zijn betoog.
Het is een eer en genoegen om vandaag met jullie 1 mei te vieren. Bedankt voor de uitnodiging om – samen met Nelleke – een verhaal te mogen vertellen. Ik doe dat graag. Een traditionele, veilige opening van een lezing is ‘een citaat’. Liefst niet te populair: een beetje obscuur werkt vaak prikkelend. Het best is een citaat van iemand met enig aanzien en statuur, dat straalt af op degene die dat citaat dan ogenschijnlijk moeiteloos oplepelt. De Engelsen noemen dat ‘name dropping’. Zo gezegd, zo gedaan. Ik heb mijn PvdA archief doorgespit en wat boeken uit de kast getrokken. Tussen dat alles stuitte ik op een boek van Christopher Brickell en David Joyce. In hun boek blinken Brickell en Joyce uit in gedetailleerde beschrijvingen over een thema dat naadloos aansluit bij de situatie waarin onze partij verkeert na de verkiezingen. Het fraaie is dat zij daarbij niet alleen de gebaande paden betreden en nieuwe radicale ideeën niet uit de weg gaan. Hier volgt een citaat dat mij het meest aansprak:
“Bij de traditionele snoeitechnieken voor moderne struikrozen komt een beoordelingsvermogen kijken dat niet iedere tuinier bezit. Een Brits onderzoeksprogramma naar snoeimethoden vergelijkt sinds 1900 de traditionele methoden met nieuwe. De spectaculairste en bekendste vinding is dat rozenstruiken die gewoonweg met een heggenschaar worden teruggesnoeid tot kniehoogte net zo goed bloeien, zo niet beter, als rozen die heel nauwgezet volgens de traditionele voorschriften zijn gesnoeid. (…) Snoeien met de heggenschaar wordt niet aanbevolen de Royal National Rose Society. Zij gelooft dat rafelige snijwonden de rozen uiteindelijk geen goed zullen doen en dat de rozen daardoor ziek zullen worden en afsterven. (…) De resultaten van een ander onderzoek beloven meer goeds en zijn praktischer. Hierbij werden rozen grof gesnoeid, zonder pogingen mooie snijwonden te maken of boven een specifieke knop te snoeien. Dit resulteerde in nieuwe scheuten die sterker waren en in een uitbundigere bloei.”
Op 15 maart 2017 ging die heggenschaar dwars door de PvdA. Géén ruimte voor een zorgvuldige ‘snoei’ met beleid. De rafelige randen zijn nog zichtbaar en zullen dat ook de komende tijd nog blijven. Ik ben overtuigd dat de PvdA, net zoals die Engelse rozen, weer op zal bloeien. Met nieuwe sterke scheuten. Met doornen scherper dan voorheen. Met rozen roder dan ooit. Maar dat zal niet vanzelf gaan. Wij moeten daar keihard voor vechten. Daarbij zullen we meer tegenslagen moeten incasseren dan ons lief is, of nóg een horde moet nemen als je denkt dat je er bijna bent. De grootste horde die we moeten nemen? Dat zijn wijzelf. Dat is onze vasthoudendheid. Onze vechtlust. Onze overtuigingen. Hoewel zij Nederland veel hebben gebracht, staan ze ons ook in de weg. Hoe belemmeren zij ons om te komen tot nieuwe vormen ideeën en oplossingen? Omdat soms vasthoudendheid omslaat in een halsstarrig behoud van wat is in plaats van wat moet komen.
Omdat soms onze idealen en overtuigingen omslaan in betweterigheid en paternalisme. Omdat we soms blijven geloven in de ingezette koers, ook al lopen we in het huidige getijde aan de grond. Maar let wel, het is dan niet ons kompas wat niet deugt, het is de koers die we moeten verleggen om de doelen te behalen die wij voor ogen hadden. Die koers verleggen, dat vraagt om wendbaarheid. Dat vraagt om de bereidheid van de bemanning om het over een andere boeg te gooien. Dus moeten wij als partij de komende maanden keihard werken om die andere koers in te zetten. Dat vraagt om afscheid nemen van dingen waarvoor waar wij hard hebben gestreden. En dat is hartstikke moeilijk. Dat zal pijn doen. Maar dat is de sleutel naar succes. En de grootste valkuil is daarbij een schroom en terughoudendheid om dingen af te breken die nu niet meer passen die niet meer passen bij de huidige situatie en bij de huidige problematiek. Afscheid nemen van verworvenheden die ooit effectief waren maar vandaag de dag uitgewerkt zijn.
Het is tijd voor ‘creatieve destructie’; een begrip dat geïntroduceerd is door Werner Sombart, een Duitse econoom en socioloog. In de 20e eeuw was hij één van de toonaangevende Europese sociale wetenschappers. Hoewel het begrip ‘creatieve destructie’ gekaapt is door neoliberalen vond Werner Sombart zijn inspiratie in de ideeën van Karl Marx. Ik las dat Gerardus Horreüs de Haas fel tegenstander was van het marxisme. Het spreken over een door neoliberalen omarmd idee wat nota bene ook nog voortkomt uit het marxisme is natuurlijk uiterst riskant op dit moment op deze plek. Wellicht draait iemand zich nu wel om in zijn graf? Hoewel … Gerardus stond bekend om zijn tolerante aard en zijn begrip voor andersdenkenden. Dus hij had het me vast wel vergeven.
Maar wat is dan de creatieve destructie en wat kunnen we daarmee? De essentie van creatieve destructie is het proces van voortdurende innovatie waarbij nieuwe methoden en technieken de oude vernietigen. Iedereen die binnen onze partij zoiets als de AOW-leeftijd ter discussie heeft gebracht of de euvele moed had om de vernieuwing van de arbeidsmarkt te bepleiten, die weet dat onze partij erg kan hechten aan het oude. Ik begrijp die behoefte om te houden wat we hebben. Maar door te vernieuwen kunnen we krijgen wat er nodig is. Ik zie het als de belangrijkste opgave om drastisch te durven snoeien, zodat nieuwe scheuten opkomen, zodat Nederland weer rood zal kleuren. Kortom, het moge duidelijk zijn. Ik snoei mijn rozen met een heggenschaar en ik kan het jullie van harte aanbevelen. Het vraagt lef maar biedt perspectief. Ik wens onze partij een nieuw perspectief van harte toe. Dankjewel voor jullie aandacht.