Gastles voor de toekomst van Overijssel
Ik word van niets zo blij als van het geven van een gastles. Een schoolbezoek is nog leuker dan het Statenspel. Het kan me niet schelen dat de les al om 8:20 begint, zoals vandaag bij het Erasmus in Almelo. In het kader van het programma Jong Overijssel doet mee! ontvingen gemeenteraadslid Gina Rozema (D66), de moderator van de provincie Letty IJsinga en ikzelf leerlingen van groep vijf en zes VWO die in de “debatgroep” van het Erasmus zitten. Ze waren geïnteresseerd, stelden goede vragen, kortom het was een leuke les.
Iedere keer als ik een school bezoek besef ik weer hoe nodig deze lessen zijn. Want ook deze slimme leerlingen blijken geen idee te hebben van wat een raadslid – laat staan een Statenlid – doet, waarmee we ons bezighouden, wat het belang van ons werk is. En toch zijn dit de kritische burgers van morgen, die belangrijke ideeën hebben over de inrichting van ons land, van hun omgeving, en van hun gemeente. En daarom zijn gastlessen dus belangrijk.
Verschillende onderwerpen passeerden vanochtend de revue. Zoals de CJP-pas, waarvan niet duidelijk is in welke vorm die eigenlijk nog bestaat. Maar ook over Heracles en de rol van provincie en gemeente bij de bouw van het nieuwe stadion van de voetbalclub. Over jeugdwerkeloosheid en wat de verschillende overheden daaraan doen (toch nog eens even kijken hoever we gevorderd zijn met ons 1000-jongerenplan). Waarom zijn de fietspaden soms in zo’n erbarmelijke staat? En hoe zorgen we dat jongeren in Twente blijven wonen? Het zijn soms vragen waar niet zo snel een antwoord op te geven valt, en dat zijn vaak juist de vragen waarvan het belangrijk is dat ze worden gesteld.
We hebben ook uitleg gegeven over hoe ‘de politiek’ werkt, over het bestaan van politieke partijen en de rol van de volksvertegenwoordiging. “Hebben jullie ook iets te zeggen over de beroerde situatie qua huisvesting en kwaliteit van hulpverlening van psychiatrische patiënten?” vraagt een jongeman die daar recentelijk via een familielid mee te maken heeft gehad. Dat heeft de provinciale en gemeentelijke politiek niet, maar we kunnen er gelukkig wel iets over zeggen. Dat voorbeeld maakt meteen duidelijk dat jongelui wel degelijk betrokken zijn bij onze maatschappij, maar tegelijkertijd zoeken naar een ingang. De politiek is vaak onzichtbaar. Maar ik verwacht dat we door ons optreden vanmorgen weer een stukje zichtbaarder zijn geworden. Een groot deel van deze jongeren mogen volgend jaar, in 2014, meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen. En vrijwel allemaal mogen ze in 2015 stemmen bij de provinciale Statenverkiezing. Ik hoop dat ze dan nog even aan deze morgen terugdenken!