In Flanders Fields
Op zaterdag 12 september reisde een achttal leden van de PvdA in Zwolle naar het Belgische Ieper voor een excursie over de Eerste Wereldoorlog. Gemeenteraadslid en historicus Jan Slijkhuis nam het initiatief hiertoe en maakte indruk met zijn toelichting bij de achtergronden van deze oorlog en het enorme drama in de loopgraven rond Ieper.
De eerste stop was bij de grote herdenkingslocatie Tyne Cot, direct nabij Passendale. Deze begraafplaats is opgericht voor de vele slachtoffers afkomstig uit het Britse Imperium die rond Ieper zijn gesneuveld. Naast de namen van duizenden geïdentificeerde slachtoffers vermeldt het grote monument de namen van zo’n 35.000 vermisten. Uitkijkend over het rustige glooiende landschap is haast ondenkbaar dat hier honderd jaar terug sprake was van totale kaalslag in een van de vreselijkste episodes van de jongste Europese geschiedenis.
Jan lichtte toe hoe Europa in 1914 in licht ontvlambare condities was gekomen en twee grote, deels gedateerde ententes elkaar uitdaagden. De opkomst van Duitsland, de terugval van Oostenrijk-Hongarije, een ontwikkelend Italië en aan de andere kant een zelfstandig Servië met op de achtergrond tsaristisch Rusland, het – ogenschijnlijk – zwakkere Frankrijk en de wereldmacht Groot Brittannië. Allemaal sterk nationalistisch met aanspraken op gebieden van anderen én overtuigd van de eigen militaire kracht. Aan de horizon de opkomst van de VS. De twee decennia ervoor hadden grote vooruitgang gebracht op vele terreinen: economie, gezondheidszorg, technologie, industrie, landbouwopbrengsten. Maar deze ‘Belle Epoque’ was niet aan iedereen besteed. Naast een kleine groep welgestelden en een nog kleinere opkomende middenklasse staat een grote groep boeren en arbeiders met een zwaar leven vol gebrek en geen of nauwelijks sociale rechten en kiesrecht.
Ook tussen landen waren verschillen groot en werd gevreesd voor oppermacht van de ander. De spanning liep hoog op en nadat Oostenrijk-Hongarije een ultimatum aan Servië had gesteld na de moord op kroonprins Franz Ferdinand en diens eega was er geen houden meer aan. Het neutrale België werd binnen een maand onder de voet gelopen door Duitse legers. Frankrijk en Groot Brittannië schoten te hulp en in het najaar van 1914 kwam men in West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk voor vier jaar tegenover elkaar te staan.
De tweede door ons bezochte locatie is Langemark. Dit dorp, slechts 8 kilometer verderop, herbergt een grote begraafplaats voor 45.000 Duitse gevallenen. Hier geen individuele namen en stenen maar sobere collectieve graven onder grote eiken.
Indrukwekkend is eveneens het bezoek aan het museum ‘In Flanders Fields’ in Ieper. In de voormalige Lakenhal wordt een uitgebreid overzicht gegeven van de Eerste Wereldoorlog en de toestand on de loopgraven in het bijzonder. Veel details, materiaal en foto’s.
Een bijzondere prestatie is de herbouw van het historisch hart van Ieper. Hoewel compleet verwoest is men er in geslaagd om langs het oude stratenplan een complete herrijzenis te bewerkstelligen, compleet met torens, de enorme lakenhal (oorspronkelijk twaalfde eeuw). Mij zette het aan tot een overdenking en waardering van historiserend bouwen.
Na een gezellige maaltijd sloten we de dag af met het bijwonen van de ceremonie bij de Menenpoort. Hier wordt al sinds 1928 iedere avond om 20 uur ‘The Last Post’ gespeeld. Heel indrukwekkend en ook heel druk bezocht.
Jan, hartelijk dank voor de organisatie van deze excursie, een aanbeveling voor iedereen met interesse voor geschiedenis en de fundamenten van het huidige Europa.