Steun voor debat over toekomst Regionaal Bedrijventerrein Twente
Het gaat niet goed met het Regionaal Bedrijventerrein Twente, oftewel het XL Businesspark in Almelo. De gronduitgifte en bedrijfsvestigingen blijven ver achter bij de gestelde doelen en de kosten zijn veel te hoog. Op initiatief van de PvdA-Statenfractie komt er nog dit jaar een debat over de toekomst van dit bedrijventerrein dat ruimte biedt aan grotere productiebedrijven en ondernemingen in de logistiek. Een motie daartoe van de PvdA werd op 28 mei in Provinciale Staten met algemene stemmen aangenomen.
Voordat het RBT aan de orde kwam in PS was er eerst een uitgebreide discussie in de commissie regionale economie die vooral ging over de buitensporig hoge vergoedingen voor de ingehuurde directie en casemanager. PvdA en CDA hadden over dit onderwerp kritische vragen gesteld. Centraal punt: deze managementvergoedingen zijn strijdig met Wet Normering Topinkomens (semi)publieke sector (WNT), de ‘Balkenendenorm’. De directie verdient €160.000,- per jaar voor een werkweek van 20 uur en de casemanager ontvangt jaarlijks €100.000,- voor 12 uur per week.
Gedeputeerde Ineke Bakker werd daarover flink aan de tand gevoeld. Dat kwam omdat het niet alleen voor de PvdA, maar voor elke fractie moeilijk te verteren was dat de regeling met het ingehuurde peperdure topkader was verlengd tot 1 januari 2016 en dat hieraan niet te tornen viel. Het viel allemaal onder het zogenaamde overgangsrecht en we konden er niets aan veranderen. Maar plotseling lag het toch anders. Uit een spoedbrief van Gedeputeerde Staten, die we de avond voor de PS-vergadering kregen, bleek dat het overgangsrecht hier niet geldt en de WNT volledig van toepassing is. Bakker deelde onze conclusie dat het contract met de RBT-top niet rechtsgeldig is en dat dit gevolgen heeft voor de hoogte van die managementvergoedingen. De gedeputeerde had het zelfs over terugbetaling van de vergoedingen boven de WNT-norm. Zij gaat dit voortvarend aanpakken en onderneemt actie in de richting van de andere RBT-partners: de gemeenten Enschede, Hengelo, Almelo en Borne.
De begrijpelijke ophef over de buitensporige vergoedingen past in beeld van een RBT-organisatie die erg veel kosten maakt. Daar moet goed naar gekeken worden. Het doel is dat elk jaar minstens zes hectare RBT-terrein wordt uitgegeven. De werkelijkheid blijft daar tot nu toe ver bij achter: nog geen twee hectare. Dat betekent dat provincie en de RBT-gemeenten elk jaar miljoenen moeten bijlappen. En het is de vraag of deze overheden zich dat ook nog jaren kunnen permitteren.
Wij vinden het nodig dat de RBT-organisatie onder de loep wordt genomen. Dat kan niet anders gezien de zorgelijke financiële situatie en de magere resultaten. Daarbij moeten we ook kijken naar de doelen voor de toekomst, de opzet en structuur. In PvdA-fractie komt principe-vraag op of het RBT in de huidige opzet wel toekomst-vast kan zijn? Is het financieel houdbaar en wat zou de positie van de provincie moeten zijn? Dit zullen we inbrengen in het aanstaande PS-debat.
In de PvdA-motie, met Statenbrede steun, hebben we geregeld dat GS een nieuwe structuur voor de RBT-organisatie in kaart brengen waarbij kostenbeheersing essentieel is en beloningen voor RBT-toppersoneel ruim onder de WNT-norm blijven en aansturing plus prestatieafspraken met de directie worden vastgelegd. Deze input is nodig voor een grondig Statendebat over het Regionaal Bedrijventerrein Twente en zijn toekomst. De uitkomsten moeten GS gebruiken als inzet voor besluitvorming in het algemeen bestuur RBT.