PvdA pleit voor gezamenlijk Overijssels landbouwakkoord

De landbouw loopt hard tegen grenzen aan. Boereninkomens staan onder druk, agrariërs hebben amper ruimte om hun bedrijf te verduurzamen en door de nadelige invloed op leefomgeving en natuur staat het maatschappelijk draagvlak van de sector onder druk. Dat schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving in een vandaag verschenen essay. Het Planbureau pleit voor een landbouwakkoord tussen boeren, bedrijfsleven, overheden en maatschappelijke organisaties. In dat akkoord moet een gedeeld toekomstbeeld voor de Nederlandse landbouw worden neergezet. De PvdA Overijssel is een groot voorstander van zo’n overeenkomst en ziet veel mogelijkheden om dit regionaal op te pakken.

“Wie vooroploopt zet de toon van de muziek,” zegt PvdA-Statenlid Annemieke Wissink. “Wij willen dat Overijssel als eerste een landbouwakkoord sluit waarin we samen werken aan een collectief toekomstbeeld. Daarmee zijn zowel boeren als omwonenden en milieu gediend. Bovendien ontwikkelen we als koploper regionaal kennis en ervaring die we vervolgens in Nederland en Europa in kunnen zetten.”

“Overijssel heeft een mooie traditie van samenwerken. Een mooi voorbeeld is ‘Samen werkt beter’ waarin de provincie samen met organisaties als LTO en Staatsbosbeheer werkt aan verbetering van de landbouw en ecologie. Als we boeren die tegen de grenzen van hun bedrijf oplopen willen helpen omschakelen naar een duurzamer verdienmodel moeten we dat samendoen. Het is niet alleen een verantwoordelijkheid van boeren, maar ook die van de overheid, banken, belangenorganisaties, dierenartsen, voerleveranciers, kortom van de hele keten.”

De PvdA Overijssel wil dat er al in januari 2019 een landbouwakkoord op tafel ligt. Daarin moet een toekomstvisie op de landbouw zijn omschreven waaraan alle betrokken partijen gaan werken. “Die tijdlijn is ambitieus,” zegt Wissink, “maar als we samen onze schouders eronder zetten dan ben ik ervan overtuigd dat het kan. Iedereen in de sector weet dat de grenzen van het huidige model steeds sneller in zicht komen. Hoog tijd dus dat we samen inzetten op een koersverandering.”