Door op 10 december 2014

Innovatiefonds als reddende engel

In deze statenperiode hebben we, als het om de regionale economie gaat, vaak gehad over de wenselijkheid van een provinciaal innovatiefonds. Dat is er na een lange voorbereiding van een paar jaar gekomen. Doel: het stimuleren van een vernieuwende industrie en bevorderen van de werkgelegenheid. Vanuit het bedrijfsleven was er meteen al veel belangstelling voor een innovatielening. Geen wonder want de banken laten het op dit punt afweten. Innoveren betekent risico’s lopen en daar houden banken niet van. Het Innovatiefonds Overijssel staat vooral open voor het midden en kleinbedrijf en de eerste resultaten zijn positief.

De statencommissie regionale economie bracht onlangs een werkbezoek aan Salland Engineering in Zwolle, het eerste bedrijf dat als eerste met succes gebruik maakte van het Innovatiefonds. Deze onderneming test microchips voor bedrijven wereldwijd die ze toepassen in uiteenlopende producten zoals auto’s, wasmachines, radio’s en telefoons. Om die tests voor nieuwe producten kwalitatief hoogwaardig te kunnen blijven doen moet Salland zelf doorlopend innoveren. Dat kost veel geld en daar hadden de banken geen trek in. Het ging slechter met dit Zwolse hightechbedrijf. Een bedrijfsonderdeel werd verkocht en het personeelsbestand kromp van 80 naar 50. Het scheelde niet veel of Salland zou helemaal omvallen, maar het Innovatiefonds bracht uitkomst. Een innovatielening gaf een noodzakelijke financiële boost en Salland Engineering begon weer beter te draaien. Meer opdrachten, behoud van werkgelegenheid in 2013 en een paar nieuwe banen dit jaar.

Het is natuurlijk prima dat het Innovatiefonds kan worden ingezet voor behoud en later weer uitbreiding van bedrijven en werkgelegenheid, maar het blijft natuurlijk schandalig dat de banken het zo laten afweten. De overheid, de provincie springt in het financiële gat en is zo de reddende engel. Maar de overheid kan dit natuurlijk niet jarenlang volhouden. Het Innovatiefonds Overijssel beschikt over een kapitaal van 45 miljoen euro. Het is weliswaar revolverend (de leningen worden terugbetaald) maar het is onzeker of al dit uitgeleende geld ook volledig terugvloeit in dit provinciefonds. Dan komt de bodem ongetwijfeld in de toekomst in zicht.

Naast het Innovatiefonds voor Overijssel is er ook nog een vergelijkbaar fonds voor de regio Twente. Gelukkig beconcurreren ze elkaar niet en lopen ze elkaar ook niet voor de voeten. Een slimme Twentse ondernemer kan wel handig profiteren van 2 innovatiefondsen door aanvragen te combineren. Zo komt het wel goed met de vernieuwing van het Twentse bedrijfsleven, toch?

Tijdens ons werkbezoek werd ons duidelijk dat de focus op diverse topsectoren (zoals hightech, kennispark Twente en de kunststofindustrie in de regio Zwolle) op dit moment onvoldoende soelaas biedt voor de maakindustrie. Er is volgens Participatie Maatschappij Oost, de dochter van Oost NV, veel vraag naar innovatieleningen uit de hightech maakindustrie, maar ze passen vaak niet in de huidige criteria van de topsectoren. De provincie Gelderland heeft daarom “de maakindustrie”, vooral gericht op de regio Achterhoek, toegevoegd als topsector. Dat voorziet daar in een duidelijke behoefte. Zou best wel eens kunnen gelden voor Twente.