Door op 24 april 2014

Innovatie redt bouwsector, maar banen nemen af

Het is al weer bijna 3 jaar geleden dat statenleden met vertegenwoordigers van de bouwsector in een rondetafelconferentie spraken over de crisis in de bouw. Die was toen op een dieptepunt. Maar hoe gaat het nu met de bouw? Blijft het ploeteren of zien we een opleving?

Om antwoorden op die vragen te krijgen brengen de woordvoerders regionale economie werkbezoeken aan bouwbedrijven. Zo waren we onlangs in Hardenberg waar we interessante ontmoetingen hadden met de directie van de Van Dijk Groep, met de Nederlandse Vereniging voor Utiliteitsbouw en met de firma Rook uit Vollenhove.

Drie jaar geleden was de conclusie van de PvdA en vele andere fracties dat vernieuwingen in de bouw van levensbelang zijn: voor het binnenhalen van voldoende opdrachten en voor behoud van werkgelegenheid. De bouwbedrijven geven aan dat innovatie inderdaad erg belangrijk is voor het voortbestaan van aannemers. De Van Dijk Groep is daar een goed voorbeeld van. Dit bedrijf is grotendeels overgeschakeld op een vorm van industriële bouw. Woningen worden in een fabriek gemaakt in delen die op de bouwplaats in elkaar worden gezet. Dat gaat snel en is goedkoper. Zo is Van Dijk  met deze bouwmethode een voorhoedespeler geworden in Oost Nederland. Vernieuwend bij dit Hardenbergse bedrijf is een mooi concept voor de bouw van complete zorgunits die achter woningen worden geplaatst. Ouderen kunnen op die manier zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen.

Helaas betekenen dit soort ontwikkelingen niet dat er veel banen behouden bleven bij Van Dijk. Voor de crisis werkten er rond de 300 mensen. Nu is dat nog maar de helft. De directie verwacht niet de werkgelegenheid op korte termijn toeneemt. Het bedrijf heeft de crisis overleeft en gaat vooruit. Dat is de winst.

Dat beeld kregen we ook van het gesprek met de Nederlandse Vereniging voor Utiliteitsbouw en bouwbedrijf Rook uit Vollenhove. Zij vertegenwoordigen de kleine bouwondernemers. Zij kwamen met sombere signalen. Het zijn de kleine familiebedrijven in de bouw die grote moeite hebben het hoofd boven water te houden. Vaak lukt dat niet en gaan ze failliet. Het werd ook wel duidelijk dat juist deze kleine bedrijven met klassieke bouwmethoden werken en mede daardoor kwetsbaar zijn. Als deze bedrijven in staat en bereid zijn met elkaar samen te werken, hun krachten te bundelen dan kunnen ze innovatieve projecten opzetten. Dat vergroot hun overlevingskansen en houden ze meer bouwvakkers aan het werk.

Dat brengt me op het bouwvak. Daar is veel aan de hand. De traditioniele all round vakman verdwijnt. Jonge mensen worden opgeleid voor deelterreinen in de bouw. Ze leren muren van beton en stenen maken of kozijnen met glas. De bouwvakker die alles kan, is schaars en  wordt alleen ingezet voor restauratie en renovatie van gebouwen.

Dat is logisch, maar het maakt ook wat triest.

De bouwsector zal best aantrekken, maar het bouwvolume komt niet terug op het niveau van voor de crisis.  Naast restauratie en renovatie van gebouwen zal er bepekt sprake zijn van nieuwbouw. De PvdA ziet ruimte voor bouw van sociale en middeldure huurwoningen en nieuwe koophuizen voor starters.

De bouwsector is conservatief, maar ontkomt niet aan verdere vernieuwing zowel qua bouwmethoden als organisatievorm. Dat is de duidelijke boodschap uit de bouwsector zelf.