Door Anneke Beukers op 5 oktober 2013

De paden op, de lanen in (met Staatsbosbeheer)

Het was een mooie week, al is het maar vanwege het prachtig zonnige weer, waardoor de gedachte aan de kou die ons te wachten staat op afstand wordt gehouden. Ik geniet dan ook met volle teugen van het werkbezoek aan Staatsbosbeheer bij het bezoekerscentrum in Nijverdal, boven aan de “bult”.

Een prachtig bezoekerscentrum, dat nog dicht zit als wij onze opwachting maken. De toeristen en andere bezoekers komen niet voor 09.00 uur ’s morgens. Een inleiding door de directeur, waarin we meteen van alles mogen vragen. De eerste vragen liegen er niet om, en getuigen van de sfeer zoals die momenteel heerst onder het huidig college: wat kost dit allemaal? Kan het ook goedkoper? Waarom zijn er zoveel organisaties die zich bezig houden met natuurbeheer?

Die laatste vraag wordt als eerste gesteld. De directeur antwoordt met een tegenvraag: koopt uw vrouw wel eens schoenen? Waarom is er niet gewoon één schoenenwinkel? En dan legt hij uit dat Staatsbosbeheer van het rijk is, ooit ontstaan toen de verkoop van grond voor landbouw en voor stedenbouw ophield en het rijk grote stukken “onnutte” grond overhield. Zo is bijvoorbeeld bijna 80% van Terschelling in handen van Staatsbosbeheer. De verantwoording van Staatsbosbeheer is bij wet geregeld. Alle andere natuurorganisaties kennen hun oorsprong in verenigingen, stichtingen, enzovoorts, en hebben daarmee een compleet andere structuur en andere doelstelling.

Per 1 januari gaat in het kader van decentralisatie het grootste deel van de bekostiging over naar de provincies. Daar gaat het natuurlijk over. Over de bekostiging moet nu twaalf keer onderhandeld worden. Doet dat recht aan efficiency?

De vraag over de samenwerking van alle natuurverenigingen is adequaat beantwoord, dan de vraag over de kosten. Wat kost ons dat aan belastinggeld? Vijftig eurocent per inwoner, is het antwoord. Daarvoor hebben we toegang tot de gebieden, maken we gebruik van wandel- en fietspaden, en kunnen we in de duinen wandelen. Dat is een koopje. Het onderhoud kost gemiddeld tien euro per hectare. Ook niet bijster veel voor onze groene infrastructuur.

Dat verwijst iemand naar de Oostvaarderplassen met de vraag of Overijssel wel groot genoeg is voor natuur. Zijn daar vorig jaar geen dieren verhongerd? Dat komt door staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, is het antwoord. Door bezuinigingen is de robuuste ecologische verbinding weggevallen, zodat de dieren niet elders voedsel kunnen vergaren. Daarnaast blijkt dat het aantal dieren al jaren stabiel blijft: blijkbaar past de omvang van de populatie zich aan, aan de omvang van het gebied.

Naast de vele vragen die gesteld en beantwoord worden, gaan we ook het veld in. Onder de deskundige begeleiding worden we meegenomen in een van de grootste heidegebieden van Europa. De zon schijnt, iemand ontwaart een grote paddenstoel. “Hoe veel kost het per paddenstoel”, grap ik. “Hoeveel kost een bos?”, gaat iemand anders er overheen, “en hoeveel dan per boom?”

Voor de PvdA is het volstrekt duidelijk dat de groene infrastructuur onze volledige aandacht en steun moet hebben. De decentralisatie en de daarmee gepaard gaande bezuiniging mag en kan er in onze ogen niet toe leiden dat er in de toekomst volop door bezoekers betaald moet worden voor een simpel fiets- of wandelpad. Te overwegen valt of echte toegevoegde waarde ook additioneel geld mag opleveren. Deze discussie komt binnenkort terug.

Anneke Beukers

Anneke Beukers

Mijn naam is Anneke Beukers. In de jaren tachtig van de vorige eeuw lid geworden van de PvdA. Eerst actief in de afdeling Vriezenveen, daarna in Twenterand en daar kun je me nog steeds vinden. In 2011 trad ik toe tot de Staten van Overijssel en met heel veel plezier heb ik deze eervolle opdracht

Meer over Anneke Beukers