Door op 11 mei 2016

De bus is voor reizigers, niet voor bezuinigingen

Dit artikel verscheen op 11 mei in dagblad Tubantia.

De Twentse busvervoerder Syntus heeft de laatste twee jaar ongeveer 2 miljoen euro verlies op het openbaar vervoer in Twente, zo meldde Tubantia op 16 april. De provincie Overijssel schrijft in haar officiële documenten zelfs over een verlies van “miljoenen per jaar”. Deze miljoenen moeten worden opgehoest, dus wordt het aanbod aan buslijnen en de ritfrequentie tegen het licht gehouden. Wat betekent dat?

Niet toevallig maakt de provincie Overijssel op dit moment voor West en Midden Overijssel een nieuw plan voor het openbaar vervoer. Vanaf 2018 is dat zogeheten ‘Koersdocument OV’ van kracht. Daarover wordt op 11 mei besloten door Provinciale Staten. Dan liggen ook de kaders vast voor het openbaar vervoer in Twente. De gevolgen zijn niet misselijk: Er komt een uitgekleed ‘kernnet’ van (regionale) treindiensten plus een beperkt aantal regionale buslijnen en daarnaast een ‘mobiliteitsmix’. In die mix zitten ook de stadslijnen en particuliere- en collectieve initiatieven. Alleen buslijnen die elke rit tenminste 8 personen vervoeren, blijven bestaan. Zoniet dan volgt vermindering van ritten of opheffing van de lijn. Deze twee stukken, het ‘kernnet’ en de ‘mobiliteitsmix’, worden uit elkaar getrokken en kunnen apart worden aanbesteed.

Wie het even op zich laat inwerken ziet de consequenties. De (elektrische) fiets wordt hét vervoermiddel. Er volgt afbouw van regionale en lokale busdiensten in combinatie met andersoortig en flexibel aanbod als vrijwillige buurtbusjes, Uberachtige afroepdiensten etc. Openbaar vervoer wordt samengebracht op knopen als treinstations en gecentreerde bushaltes, lijnen parallel aan het spoornet vervallen, haltes vervallen en lijnen worden grofmaziger. Voor West en Midden Overijssel bijvoorbeeld betekent dit dat er nog drie(!) vaste regiobuslijnen resteren en het stadsvervoer in de IJsselsteden wordt teruggeschroefd. Met de miljoenen tekorten in het Twentse openbaar vervoer wacht de Twentse steden een soortgelijke toekomst..

De PvdA in Overijssel is kritisch over dit nieuwe beleid en de situatie in het busvervoer Twente. Nergens in de voorstellen vanuit het provinciehuis blijkt de ambitie om het OV tot een serieus en aantrekkelijk alternatief te maken. Waar honderden miljoenen in provinciale én rijkswegen worden geïnvesteerd volgt in de plannen voor het OV een flinke sanering onder het motto dat de markt en de samenleving het prima samen op kunnen lossen. Echter: hoe organiseren we dat mensen die niet meer –kunnen- fietsen op een goede wijze vervoer aangeboden krijgen? Wat spreken we af over werkgelegenheid bij de OV bedrijven, de veiligheid, bereikbaarheid en frequentie van alternatief vervoer zoals vrijwillige ritten? Hoe komt prijsstelling tot stand en welke normen gelden daarbij? Het uit elkaar trekken van aan de ene kant het rendabele ‘kernnet’ en aan de andere kant de ‘mobiliteitsmix’, die veel moeilijker rendabel is te maken, ziet de PvdA als een sterfhuisconstructie die voorkomen kan en moet worden Te beginnen door bij de aanbesteding in te zetten op een samenhangend én kwalitatief hoogwaardig pakket.

In de Randstad wordt momenteel onder regie van vier samenwerkende provincies en gemeenten samen met vervoersmaatschappijen ‘R-Net’ opgebouwd. Busvervoer heeft daarin, naast trein, tram en metro, een volwaardige plek. Insteek is een samenhangend aanbod omdat de reiziger niet lang wil wachten, zekerheid wil hebben om op tijd te komen en een goede aansluiting wil hebben. Het verschil in benadering met Overijssel is opvallend: de ambitie is gericht op de reiziger, er is samenwerking over grenzen en doel is een samenhangend hoogwaardig openbaar vervoer in en tussen regio’s. Dichterbij toont de Vechtdallijn tussen Zwolle en Emmen een sterke groei, 20%, in reizigersaantallen na inzet van comfortabeler materieel en een hogere frequentie en punctualiteit. Het OV is dus niet noodzakerlijkerwijs een krimpsector.

De huidige tekorten in het Twentse OV zijn het gevolg van te zonnige schattingen door de vervoerder. Verder blijft er de komende jaren druk op het budget voor OV in Overijssel door afgesproken bezuinigingen en wegvallen van inflatiecorrectie. Hoe voorkomen we een verdere neerwaarste spiraal? Ten eerste door de aanbestedingen te richten op een samenhangend resultaat voor de reiziger. Dus geen versnippering. Concreet gaat het erom dat niet de laagste prijs maar het beste aanbod beloond wordt. Dat vervoerders straks niet de meest interessante lijnen kunnen binnenhalen maar een totaal aanbod doen. Ten tweede door eisen te stellen aan betrouwbaarheid, bereikbaarheid en betaalbaarheid, zodat iedereen zicht heeft en houdt op toegankelijke mobiliteit. Ten derde is inzet op grensoverstijgende samenwerking nodig met andere provincies, waarom bijvoorbeeld geen Oostnet naast het R-Net? Tenslotte is het zaak het budget voor OV weer mee te laten groeien met de economie. Wat de PvdA betreft vier sporen voor een aantrekkelijk en toekomstgericht openbaar vervoer in Overijssel.

Hans Nooter, Statenlid PvdA Overijssel