Door op 6 februari 2014

160 miljoen euro voor verbetering N340 en N377

Veel teleurstelling, boosheid, onzekerheid en onbegrip bij insprekers en toeschouwers gisteren tijdens de discussie over de aanpak van de N340 en N377. Dat is begrijpelijk: het besluit om de investering van 260 miljoen euro terug te draaien is een heroverweging van formaat. De voorbereiding voor de aanpak van beide wegen was al vergevorderd, maar we werden ingehaald door de noodzaak geld vrij te maken voor andere dringende problemen.

Ook moet ik vaststellen dat de PvdA vanaf dag één heeft uitgedragen dat een investering van een kwart miljard in twee secundaire wegen niet is uit te leggen. Ik herinner me nog goed mijn eigen emoties en onbegrip over de keuze van deze coalitie voor zoveel onevenwicht. Ter vergelijking: de provincie investeert samen met het Rijk 140 miljoen euro in de doorstroming van de A1. Dat is een echte hoofdader voor Overijssel en onvergelijkbaar veel belangrijker dan de N377 en N340.

Desalniettemin geeft de nieuwe onzekerheid veel stress en boosheid.

De ondertekenaars van de motie die in december door Provinciale Staten werd aangenomen gingen uit van halvering van het budget van 260 miljoen euro. Een zeer overzichtelijke brief vanuit Gedeputeerde Staten heeft duidelijk gemaakt dat voor ongeveer 130 miljoen euro een basispakket kon worden uitgevoerd waarin de ongelijkvloerse kruising bij Balkbrug en aanpassing van het knooppunt Varsen niet waren opgenomen. Intensief overleg over de afgelopen dagen en inzet mede van onze kant heeft geleid tot een variant waarin Varsen en Balkbrug ook in de plannen worden meegenomen.

Dat betekent dat we nu uitgaan van een taakstellend maximaal budget van 160 miljoen euro voor een sobere uitvoering van de verbetering van beide wegen waarbij de maximumsnelheid 80 kilometer per uur blijft. De veiligheid van de weg, de leefbaarheid voor omwonenden en het wegnemen van knelpunten in de doorstroming staan bij de aanpak voorop.

Het betekent ook dat we de omgevingsvisie tegen het licht moeten houden, zodat het daarin opgenomen uitgangspunt dat wegen tussen steden moeten worden opgewaardeerd tot 100 km/u losgelaten kan worden. Dat plan kost handen vol geld. Bovendien kan op een tweebaansweg waar vrachtauto’s rijden die snelheid toch niet gehaald worden. Een hogere maximumsnelheid lokt op zulke wegen alleen maar levensgevaarlijke inhaalbewegingen uit.

Al met al denk ik dat onze bijdrage aan de discussie over nut en noodzaak van 100 km/u dit betaalbare en duurzaam veilige resultaat heeft opgeleverd. Met de vrijkomende 100 miljoen euro kan binnen de mobiliteitsportefeuille meer evenwichtig geïnvesteerd worden. Dat is maar goed ook: het vrijkomende geld is dringend nodig voor de operatie om het OV toekomstvast te maken. Ook voor groot onderhoud en vervanging van bruggen en viaducten wacht ons in de komende jaren nog forse investeringsopgave. Om de steden bereikbaar te houden zal voor fietssnelwegen vanuit de regio tot in de steden geld moeten komen, en tenslotte zal ook een mogelijke cofinanciering voor de N35 in de nabije toekomst aan de orde kunnen komen.

Klik hier voor de berichtgeving en een reportage van RTV Oost over het debat.