Vandaag is het 1 mei, de Dag van de Arbeid, dé feestdag van de arbeidersbeweging. Het voelt deze keer niet als een feest. En dat komt niet alleen doordat we het niet samen kunnen vieren. In deze crisis is de kloof tussen arbeiders aan de ene kant en het grootkapitaal aan de andere verder gegroeid. Dat laat zien dat ons sociaaldemocratische strijd, voor rechtvaardigheid, zekerheid en zeggenschap, nog steeds enorm actueel is.
Al meer dan een jaar kraakt Nederland in haar voegen. Veel mensen hebben het zwaar. Supermarkten waren leeg. De zorg stond en staat op omvallen. Maar mede dankzij het harde werk van het zorgpersoneel, pakketbezorgers en vakkenvullers komen we er doorheen. Met topwinsten voor supermarkten en onlinewinkels tot gevolg. Helaas zagen de vakkenvullers en pakketbezorgers hier niks van terug. En in Den Haag wordt al maanden gesteggeld over de de coronabonus voor zorgpersoneel, terwijl grote bedrijven steeds minder belasting betalen. Een gênante vertoning, deze helden verdienen nu meteen allemaal een salarisverhoging en een bonus. Maar omdat ze nooit in de bestuurskamer komen, kunnen ze dat waarschijnlijk op hun buik schrijven.
Dat kan anders. 1 mei begon ooit als een internationale strijddag voor de achturige werkdag. Deze strijd werd gewonnen. Later kwamen de 36-urige werkweken, CAO’s vol afspraken en talloze sociale wetten. Verandering is mogelijk, als we er samen voor gaan. Er is nog veel om tegen te strijden. Onzekere flexcontracten, schijnzelfstandigheid en een veel te laag minimumloon, ons gevecht voor eerlijk en fatsoenlijk werk en een rechtvaardige samenleving is nog lang niet klaar.
1 mei is de internationale dag waarin we vieren wat bereikt is en doorgaan met de strijd! Dat is nu net zo actueel als in op 1 mei 1890, de eerste Dag van de Arbeid. Daarom vieren we vandaag en morgen stropen we de mouwen op om te werken aan een eerlijke toekomst!